Lang 350mm. Kling 243x17mm. Schede 26,5mm.
Uitzonderlijk, Nog net niet het standaard instituut model maar hier met de gevleugelde pareerstang.
Bij aankoop alles donker van kleur. Je zou denken daar zit messing onder.
Na schoonmaak komt het lichte metaal (alpaca?) tevoorschijn.
Ongedecoreerde kling. Mogelijk niet altijd zo geweest maar (voor roestverwijdering) ooit eens flink geschuurd.
Dat is dan heel jammer, maar zo'n vroege administratie ponjaard mag je toch een ontdekking noemen.
Op een veiling in 2022
Ponjaard J.B.Busch Amsterdam
Maten niet bekend.
Op de Kling,
J.B.Busch Amsterdam
Van dit model is er nog een exemplaar bekend.
Ook gesigneerd J.B.Busch à Amsterdam.Zelfde type greep anders gekrulde stootplaat.
Inmiddels zijn er ca.3 tot 5 exemplaren in NL collecties bekend. Dit zou er op kunnen duiden dat het rond 1800-1830 een wat algemeen gebruikt model was, afgeleid van het Engelse type.
december 2020 verschijnt deze op marktplaats. Helaas vermeld de verkoper geen maten. Hoe dan ook, heel vroeg, ca. 1820. Herkomst, nalatenschap
collectie Lievers. De nieuwe eigenaar heeft weer een topstuk in zijn collectie
Op 29 september 2017 wordt er bij Tennants in Leyburn GB. geveild onderstaande ponjaard met een kling van 20cm. Lot 28.
Zie Tennants sale results 2017 over 178 lots.
Hoewel de knop van de greep anders is en de uiteinden v.d. pareerstang hier omhoog wijzen is hij duidelijk uit dezelfde periode en hoogstwaarschijnlijk Nederlands.
Het Verhaal.
|
Pieter Lamaison van Heenvliet.
|
Het veilingbedrijf geeft een verhaal over de herkomst van de ingebrachte stukken. De veiling bestaat volledig uit de collectie van de heer Pieter Lamaison van Heenvliet (1857-1941). Een nazaat uit de vrouwelijke lijn van de heren van Heenvliet.
Pieter is in dienst van de Gemeente Rotterdam. Secretaris van de Gemeente Kralingen en chef belastingen van Rotterdam. Ongehuwd. Verzamelaar van militaria, vaak met een etnografische achtergrond. Pieter is een alleseter.
|
Twee foto's van de collectie bij hem thuis. |
|
|
Het is een prachtig tijdsbeeld over een heer van stand die wapens verzameld. Dat komt in die tijd vaker voor. Meestal door verzamelaars met een militaire achtergrond.
Geen kinderen, wordt er bij zijn overlijden geërfd door verre familieleden en dan komt een flink deel na 76 jaar tevoorschijn op een veiling in Engeland.
Een tweede exemplaar passend in deze blog.
Lot. 29 met een kling van 23,5cm en een opbrengst van L.3000.-- met de 20% opgeld wordt dat L 3600. en dat is ongeveer € 4300.--.
Moet gezegd, het is een pracht exemplaar en uit de collectie Pieter Lamaison van Heenvliet is de herkomst toch hoogstwaarschijnlijk Nederlands. Er is ook enige gelijkenis met de ponjaard van Jan van Speijk (dan liever de lucht in) die hem door Justus Klinkhamer was geschonken. U komt hem iets verder tegen in de blog.
Herkomst waarschijnlijk Nederland.
Dat blijft vaak lastig. Mijn redenatie van voor het internet en afkomstig uit een Nederlandse verzameling of van een Nederlandse particulier (familie) is het goed mogelijk. Dat kan maar hoeft niet te kloppen. Administratie is er vaak niet, iets waar onze musea ook jarenlang slecht of gebrekkig mee zijn omgegaan. Handelaren waarbij het slechts een zaak van geld is doen er meestal helemaal niet aan.
Uitzondering.
Heren van stand, Officieren, oudheidkamers en Musea, er is een bijzondere uitzondering die al vroeg begon te verzamelen en niet in de hierboven genoemde categorieën geplaatst kan worden.
Sietse Johannes Roosdorp. (1817-1872).
Van de opstand in België en de daaropvolgende Tiendaagse veldtocht is hij zo onder de indruk dat hij al snel begint met het verzamelen van militaire attributen uit die tijd. Die verzameling wordt zelfs goed zichtbaar voor het publiek als hij als Stationschef van De Hollandse IJzeren Spoorwegmaatschappij in Amsterdam exposeert in de wachtkamers. Dat kon toen nog.
Station Willemspoort Amsterdam 1843-1878.En, Sietse Roosdorp houdt administratie en die blijkt er (deels) nog te zijn in het Noord Hollands Archief en is te vinden op het internet.
Zijn verzameling is zo omvangrijk en historisch zo belangrijk dat na zijn overlijden actie wordt ondernomen om hem te behouden. In 1873 wordt hij voor Fl.4000.-- overgenomen van zijn weduwe en ondergebracht in de KMA in Breda. In 1890 begint de versnippering. Een tiental stukken gaan naar het regiment Grenadiers en Jagers. In 1894 het grootste deel naar het Rijksmuseum in Amsterdam. Het restant volgt dan in 1901. Intussen zal er wel het e.e.a. verdwenen zijn en aan goede administratie werd ook niet veel aandacht besteed.
De moraal van het verhaal: Altijd vragen naar de herkomst en die vermelden of vastleggen. Hoe eenvoudig of onbetekenend dat verhaal ook lijkt.
De Ponjaard van Jacob (Jan) Diederik Phaff uit 1840.
Augustus 2021.
Herkomst, uit familiebezit, dit jaar verkocht door directe nazaat in rechte lijn.
Jacob (Jan) Johan Anton Diederik Phaff geboren op 15 juli 1825 in Nijmegen, overleden op zee 1 juni 1869. Ouders, Carel Hendrik Phaff en Maria Johanna van den Steen. Jan touwt op 27-05-1854 met Freule Adriana Wilhelmina van Reigersberg geboren 1828 Middelburg, overleden 1914 Den Haag. Voor zijn huwelijk wordt door zijn ouders op 17-03-1854 in Nijmegen notarieel vastgelegd dat zij jaarlijks een toelage krijgen van 600 gulden boven het Marine traktement.
1840 Jan is als 14/15 jarige in Medemblik (Marine Opleiding). Op 15-09 1840 wordt hij bevorderd van Aspirant naar Adelborst 2e klasse.
1842 in Hoorn.
1846 Expeditie Bali als Adelborst samen met een landingsdivisie op de BROMO.
1847 08-12 bevorderd tot Luitenant ter zee 2e klasse.
1855 05-06 maakt deel uit van de etat-major van de instructie-brik ZEEHOND Den Helder.
1855 20-11 benoemd tot bevelhebber van Zr.Ms. Schoener ATALANTE.
1859 Tijdelijk geplaatst op het wachtschip DE RIJN te Hellevoetsluis in afwachting van zijn vertrek naar Indië als bevelhebber over 100 matrozen met het koopvaardijschip Eugenie.
1861-1862 op het schroefstoomschip MADURA in Batavia.
1864 01-07 Commandant op Zr.Ms Kostschip de Brik LYNX te Rotterdam.
1866 oktober bevelhebber Schroefstoomschip SOEMBING. Het schip is nieuw en in dienst getseld 29 oktober 1866 en bedoeld voor de dienst in West Indië. Vertrekt op 13-01-1867 van Texel . Komt op 23-04-1867 aan in Suriname en vertrekt op 05-05-1867 van Paramaribo naar Curaçao.
1867 juni Stationscommandant Marine Curaçao en dat jaar op 27-12 bevorderd tot Kapitein Luitenant ter Zee.
1868 Commandant Zr.Ms. Zeemacht in de kolonie Curaçao.
1869 1 juni overleden ter zee waarover in de Curacaosche courant van
19-06-1869 een verslag verschijnt. Hieronder de verkorte versie.
Den 15 dezer keerde van Havana binnen deze haven (Curaçao) terug Zr.Ms. Stoomschip Soembing welke op 24 april was vertrokken om daar de vlag te vertonen. Op de terugreis op 31 mei te Port Royal te Jamaica voor het laden van kolen. De volgende dag gaat Phaff in een roeiboot (Giek) met 4 matrozen naar Kingston aan de wal. Op de terugreis rond 2 uur in de middag wordt de boot door een windvlaag in het zeil gegrepen en slaat om. Twee matrozen weten zich te redden door zich vast te houden aan de riemen. Twee matrozen zinken terstond weg. Phaff, bekend als goed zwemmer houdt zich nog enige tijd boven water, raakt uitgeput, wordt tenslotte uit het water gehaald maar blijkt te zijn overleden.
De volgende namiddag met grote plechtigheid en militaire eer ter plaatse op het Marine kerkhof begraven.
De kling van de ponjaard is van Damast, waarop vermeld in een verguld vlak P. MANSVELT & ZOON te 's GRAVENHAGE.
Mansvelt en zoon is al bekend in 1835.
Ook in 1840 zal deze ponjaard extra duur geweest zijn in aanschaf. Het duid op geld en gevoel voor status. Op zich niet zo verwonderlijk want ook Jan's Opa Johannes Emillius Phaff 1751-1823 heeft een bijzondere militaire carrière.
Voor 1779 Officier in Staatse Diens. 1779-1787 In Franse dienst als Jean Emile Phaff de Werve in het 3e eskadron lichte cavalerie Franche. tijdens de Amerikaanse onafhankelijkheids oorlog. 1792 terug naar Nederland, Luitenant Kolonel. 1795 als Oranje gezind neemt ontslag. 1813 Richt eigen regiment op als Kolonel commandant. Dat wordt in 1814 het Bataljon Infanterie van Linie Nr.2. In 1814 met pensioen.
Phaff, het was en is een familie met veel leden met een militaire carrière.
Nu is de ponjaard bij een groot collectioneur en de geschiedenis vastgelegd.
Een prachtig stukje Nederlandse geschiedenis.
Wil Schaatsenberg.
Namen van sabelmakers, leveranciers, herdenkingsteksten, kling fabrikanten of zwaardvegers en soms personen, het helpt ook.
Een Nederlandse verzamelaar laat mij op de mail onderstaande ponjaard zien.
|
De ponjaard met koperen schede
|
Lang ca. 51cm. Met een kling van ca. 37cm. Dat is toch een flink formaat en er zijn geen specifieke Marine elementen aan te vinden. |
De greep met knop.
|
De eigenaar vindt het er Engels uitzien. En er staat een naam op de kling.PIETER VAN DE POEL. Daar is wel iets over te vinden. Op zich al bijzonder dat hier ook de voornaam volledig genoemd wordt. Wie is die Pieter van de Poel?
Pieter van de Poel wordt geboren op 9 mei 1786 in Goes. Kind van Pieter Pieterszoon van de Poel en Louise Johanna Loo. Vertrekt naar Indië waar hij op 28 maart 1808 aankomt. Het is de tijd van het Koninkrijk Holland (1806-1810 Lodewijk Napoleon). Op 23 maart 1810, dan 23 jaar, trouwt hij met de 17 jarige Susanna Henriette von Gutzloff (geb. 23 mei 1792-overl.17 juni 1833).Zij is de dochter van Baron Georg Heinrich von Gutzloff (1761 is de geboortedatum die George opgeeft als hij in dienst treed van de VOC. Hij heeft gejokt, het is 1765. Overl.-1822) en Susanna Margaretha ter Herbruggen waarmee de Baron in 1791is getrouwd. Susanna overlijdt in 1792 mogelijk ten gevolge van de geboorte van haar dochtertje. De Baron trouwt een tweede keer in 1797 met F.J.van Garlingh (1771-1829) het is ook haar 2e huwelijk.
Een Duitse Baron in Indië, dat moet wel een militair zijn en dat klopt. Georg Heinrich von Gutzloff te Stolp in Pruisen in 1765 geboren is Luitenant in 1791 in Batavia en maakt snel carrière. 1798 Kapitein en adjudant van de Dragonder Lijfwacht van de Commissaris Generaal Bataafse Republiek Nederburgh. Wordt dat jaar bevorderd tot Majoor. 1800 Luitenant Kolonel cavalerie in de lijfwacht van de Gouverneur. Kolonel in 1807, Chef van de Generale staf in 1809. Als Napoleon zijn broertje Louis als Koning van Holland heeft weggewerkt en Nederland inlijft in zijn keizerrijk duurt het enige tijd tot dat bekend wordt in Indië. Gouverneur Daeandels daar benoemd in 1807, Publiceerd in de Batavische Koloniale Courant van 22-02-1811 de talrijke veranderingen. Zo wordt George Heinrich von Gutzloff ontheven van zijn eed op Koning Lodewijk Napoleon en legt een nieuwe eed af op de Keizer.
Het wordt de Engelsen toch te gortig en tussen 3 en 18 augustus 1811 landen zij en bezetten Java. Er is een tweetalig, Engels/Nederlandse krant, de Java Goverment Gazette. Peter van de Poel wordt daarin vermeld als 2e secretaris van het commercieel comité op 22-10-1814. In augustus 1816 is de Nederlandse vlag op Java Terug.
In 1808 is Pieter van de Poel, 21 jaar, in Indië. Niet als militair maar als burger. Hij zal er met een vooropgezet doel naartoe gestuurd zijn. Toekomst, ambtenaar in Indië tijdens het Koninkrijk Holland. En natuurlijk daar proberen carrière en fortuin te maken. Dat lukt. Het eerste signaal dat ik tegenkom is een mededeling van 11 januari 1813 waarbij hij voor het hele jaar benoemd en ingezworen wordt als jurylid bij processen van criminele zaken.
In 1814 treed hij op als adjunct secretaris van het Commercieel comité te Batavia. Daar is de vice president de Engelsman C.Assey, tevens Secretaris van het Britse Gouvernement.Als Nederlands Indië eind 1816 weer onder Nederlands bestuur is komt de carrière van Pieter van de Poel in een stroomversnelling.
!819-1821 Resident van Banjoewangi. 1821-1822 Resident van Bantam. 1824-1833 Resident van Tagal.
|
Pieter van de Poel 28 mei 1833 overleden. |
|
|
20 dagen later op 17 juni 1833 overlijdt zijn echtgenote Susanna Henriette von Gutzlaff. Er zijn 3 kinderen. 1.Georg Johan Pieter 1811-1858 wordt ook Resident. 2. Louisa Johanna 1812-1883 zij trouwt Reitz. 3.Francois Henri Adolph 1816-1875.
Op 30 augustus 1833 zijn er een massa verkoopadvertenties in de krant. Panden, inboedels etc. Van Pieter van de Poel en zijn echtgenote worden alleen de 10 slaven verkocht.
|
Schilderij Rijksmuseum ca.1700-1725 obj.Nr. SK-A-4988. Blanke man met inlandse vrouw en achteraan twee bewakers in NL Indië. De mannen bewapend met een kort sabel. Tussenin ,twee geboeide slaven. Op weg naar ?
|
|
|
Kom ik eigenlijk weer terug waar ik begonnen ben. De eigenaar/verzamelaar vind de ponjaard Engels. Dat kan zomaar kloppen. Pieter van de Poel is in de Engelse tijd in Indië in (semi) overheidsdienst. blijkbaar iets met handel en justitie. In dienst bij het Commercieel comité. Bemoeien zij zich ook met de slavenhandel?
De ponjaard is geen Marine Ponjaard en ook geen hartsvanger. Niet voor de Marine en niet voor de jacht. Blijft bewaking en overheidsdienst over. Later als Resident zal hij het ding zeker niet meer gedragen hebben. Dat past niet bij de status. Dan wordt het een wapen van een overheidsdienaar in Nederlands Indië tijdens de Engelse bezetting van 1811 tot 1816. En, op naam! Pieter van de Poel Batavia Java.
Nazaten komen weer in Nederland terecht. In 1901 is en nog een notarieel stuk waarin zij vermeld worden. En nu, 2021 prachtig toch dat zo'n historisch stuk in een Nederlandse verzameling is.
Een goed vergelijkbaar exemplaar in een NL collectie. Herkomst NL veiling.
Hier zonder merken of nummers en met lederen schede. Nog een stukje over uit de Britse bezettingstijd 1811-1816 van Nederlands indie. Meegebracht naar NL (Huis).
5. Ponjaards van het bekende zogenaamde instituut model.
Puype schrijft, dit model ontstaat al voor 1830 en rond 1870 wordt het model standaard.
Rond 1830 komen ook de lange ketting in de mode.
Uit tekeningen en foto's is te reconstrueren dat de extra lange, dubbele ketting mode wordt rond 1865.
.Hier het standaard instituut model. Boven met kunststof greep. Onder de administratie uitvoering 1853-1946 met ivoren greep.
€ 475.-- Wegens gebrek aan financiën worden tussen 1945 en 1953 geen ponjaards aan de heren adelborsten verstrekt. Lang, 35cm. Kling 25cm. Schede 26cm.
Deze tekening uit 1845 laat zien dat het aanzien al grotendeels gelijk is aan het instituut model. Ook de maat en de verhouding is vergelijkbaar.
No.5 is een kortere uitvoering in vergelijking met het standaard model. Puype schrijft, ook wel ,,darts" genoemd.
Datering rond 1850.
VERGELIJK; Standaard lengte ca.35cm Bovenstaande 29,5cm. Huijs, 27cm. Erdbrink 29cm.
Kling ca.25cm 18,7cm. 17cm. 19cm.
Schede ca.26cm 22,0cm. 21cm. 21cm.
Op de pareerstang 53.
Juni 2020. Een vroege ponjaard van 28,5cm met een kling van 17,5cm. Heeft op het ricasso als leveranciers merk S.H.S.
Ik denk dat het hier gaat om de firma Samuel Hoppe Solingen. Dit gaat terug tot 1762 en gaat, onder diverse namen, door tot S.H.&Co. 1862-1885.
Nog steeds in familiebezit is de ponjaard van
Johan Nicolaas Huijs 1809-1863.
Het is een Militaire familie. Zijn Opa Johan Gabriel Huijs is Chirurgijn Majoor en zijn Vader Johannes Huijs Kapitein ter Zee. Blijkbaar heeft Johan Nicolaas geen kinderen maar wel neefjes en nichtjes. Twee generaties verder trouwt in 1877 een meisje Huijs en veranderd de achternaam. De ponjaard gaat mee met hun enig kind. Die zoon is de Grootvader van de huidige eigenaar de heer Mulder een zoon van de MWO ridder Johan Nicolaas Mulder (1915-1991)
De Ponjaard is nogal verpoetst. De familie is er zuinig op geweest en heeft hem glanzend gehouden. Het ivoren greepje is gescheurd door het roesten van de angel.
Johann Nicolaas wordt onderscheiden met de Militaire Willems orde Het is voor zijn aandeel in wat genoemd wordt
"De slag bij het Hazegras" op 5 augustus 1831
bij de Zwinmonding te Knokke.
Daar komen de Kanonneerboten Nr.41 & 42 in gevecht met Belgische vrijkorps soldaten waaronder Burgerwacht en Jagers en uit Brugge Artillerie die via Westkapelle naar het Hazegras optrekken.
Het is een heel gevecht. Kanonneerboot Nr.41 gaat verloren en Nr.42 raakt zwaar beschadigd.
Adelborst der 1e klasse J.N.Huijs raakt gewond aan zijn hand.
De Koning is er snel bij met het verlenen van de MWO. Later in 1881 schrijft Wupperman in zijn herdenkingsboek "De Geschiedenis van de tiendaagse veldtocht' op blz. 289, 10 man ontvangen het kruis voor Moed Beleid en Trouw. De bevelhebbers de MWO. Het lijkt er op dat hier onderscheidt gemaakt wordt. Ook later verdwijnt Nuijs uit de MWO lijsten. Vreemd! Waarschijnlijk heeft het alles te maken met de dan ontstane discussie, aangezwengeld door de hogere MWO dragers in rang, of het lagere personeel wel een MWO kon krijgen. Arrogantie? Kouwe kak? Wordt de oorlog gewonnen achter het bureau en sterven de Generaals in bed? Een schone oorlog! Ook in deze dagen wassen de Dames en Heren Regenten en onze volksvertegenwoordigers hun handen in onschuld en verontwaardiging. Er is niet veel veranderd sinds Atjeh, Nederlands Indië, Yugoslavie enz. enz.
Wat betreft het gevecht bij het Hazegras, het raakt in de vergetelheid, van Speijk, dat wordt de held.
|
Foto ca. 1862.
|
De Ponjaard van Pieter van der Velden Erdbrink 1818-1888.
Op 30-06-2021 krijg ik een mail van zijn achterkleindochter. Zij is op deze blog terechtgekomen en vermoed dat ik wel interesse heb in de ponjaard van haar overgrootvader die nog altijd in familiebezit is. Nou dat doet mij veel plezier want het maakt het plaatsen van een ponjaard in de tijd weer wat zuiverder.
1835-1839 Pieter is in opleiding in Medemblik.
De lengte van 29cm. Vergeleken met de standaardmaat van 35cm. zou je het een dart kunnen noemen. Opvallend is het ontbreken van gravering op het middenstuk v.d. schede aan beide zijden.
Ook is de ponjaard niet genummerd en is het ornament (sterretje) op de pareerstang extra gedetailleerd.
Pieter van der Velden Erdbrink heeft een interessante Marine carrière doorlopen in Nederlands Oost Indië, het loodswezen op het flottieljevaartuig de Amstel en als gezagvoerder op de schroefschepen van Berkel, Het Loo en de Bromo. Daar kunt U een prachtig overzicht van lezen op een familiesite. Google - Pieter van der Velden Erdbrink 1818-1888-. Zeer de moeite waard.
Varia.
Ponjaard 1810-1820.
Lang 39,5cm. Kling 29cm. breed 2cm. Pijlhoogte 3cm.
Herkomst omgeving Zutphen in 1995 aangekocht op liefdadigheidsmarktje in dorps bejaardenhuis.
Solinger kling met enige graveringen.
Greepplaten restauratie. Waren niet aanwezig bij de aankoop.
Wordt in het algemeen als Frans benoemd.
Uit de Franse tijd lijkt mij iets specifieker en in Nederland in gebruikt geweest, zou zo maar kunnen. Rond 1800 komen er opvallend veel Marine Officieren uit het oosten van Nederland. Daarbij moet je dan denken aan zoons uit de hogere kringen of landadel.
Ponjaard uit het Fries Scheepsmuseum. Schenking van S.Haagsma in 1912 aan het Museum in Sneek.
De maten zijn mij niet bekend. Een vergelijk met Ponjaard No.4 (Leeuwtje) is interessant.
Ponjaard ca.1830 van Justus Klinkhamer geschonken aan van Speijk.
(Dan liever de lucht in) lang 36cm. De gevestknop heeft de vorm van een dolfijn.
Rijksmuseum Amsterdam NG-NM-10385-51
Bijzonder is deze rond 1800 en prachtig gesigneerd met
J.B.Busch.
Maten mij niet bekend.
Foto Sabels.net
Houtman Utrecht tekent en geeft uit rond 1830/35 een groot aantal militaire prenten.
Hieronder een Adelborst 2e klasse uit Medemblik. Hij draagt zijn ponjaard met lange enkele ketting. De Adelborst 3e klas had geen ponjaard en de Adelborst 1e klas tekent Houtman met een degen.
Vergrote uitsnede van de prent.
Houtman 1830 Adelborst 1e klasse
met rechte degen.
Op een prent uit 1850 ziet het er zo uit.
Je zou zeggen dat het hier om een ,,Dart" gaat. De ketting heeft nog niet de latere lengte.
Een foto uit 1865-1866. Hier is de extra lange en dubbele
ketting goed zichtbaar. De foto is gemaakt door H.Steinhauer
Nieuwediep Den Helder. Hij adverteert daar van 1864 t/m 1873.
In 1824 wordt vermeld, Adelborsten 1e klasse een Degen als Luitenant 2e klasse. (zie naar onderen, de degen van van Speijk).
Adelborst 2e klasse geen degen maar een ponjaard.
Buitengewoon Adelborsten, Ponjaard of Dart.
Voorbeelden van (Franse?) Ponjaards.
|
met anker en aan de pareerstang einden een dolfijnkopje. |
|
Leeuwenkop op de gevestknop en een dolfijnkopje aan de uiteinden van de pareerstang. |
|
Parreerstang volledig gemodelleerd als dolfijnkop. |
Het is een lang verhaal geworden en nog altijd niet compleet.
Heeft U ook een Ponjaard? Weet U meer of wilt U meer weten?
Aarzel niet om mij te mailen.
wjmschaatsenberg@hotmail.com
Maritieme Nederlandse Degens.
Tekent Houtman in 1830 een Adelborst 1e klasse met een degen, hoe die er precies heeft uitgezien is mij niet bekend maar als U terug naar het begin scrolt ziet u er een uit 1817.
Toch zijn er een aantal maritiem gerelateerde Degens bekend waarbij het gebruik in Nederland vaststaat.
|
Van boven nar beneden 1-2-3-4. |
1. Lang, 95,5cm. Kling 81cm. Breed 16mm. Schede 83cm.
Zilver (geen merkjes) of verzilverd gevest. Ebbenhouten greep. Bruin/zwart lederen schede met metalen onder en bovenband. Kling met vergulde graveringen/ geblauwd op bovenste 30cm.
Op kling
C. van Wagtendonk te Amsterdam.
Coenraad van Wagtendonk 1797-1854 Kalverstraat Amsterdam.
Op de plaat, Minerva Godin v.d. handel op haar troon. Een pijlenbundel, vlag, hoorn des
overvloed en militaire attributen.
De staart van het gevest in de vorm van een dolfijn.
Herkomst volgens verkoper (1998) Zeeland.
Van degens met dit gevest, hoewel zeldzaam,
zijn er meerdere bekend. (Frankrijk).
Conclusie; Gala of statie degen van een hoge Nederlandse autoriteit, handelaar of ondernemer met een Maritieme en handels connectie uit de periode 1820-1840.
2. Nederlandse Marine degen M.1808.
Lang 103cm. Kling 89cm. Met graveringen.
Gevest verguld messing. Ebbenhouten greep.
Op de plaat een omkijkende gekroonde Nederlandse leeuw liggend op een anker met in zijn rechter klauw een zwaard en links een pijlenbundel.
Het is uit de tijd van het Koninkrijk Holland, 1806-1810.
Lodewijk Napoleon.
Aankoop via het internet uit Frankrijk.
In het boek DE UNIFORMEN van de Nederlandse Zee en Landmacht, het tekstdeel wordt op blz. 98 vermeld, degen met halve stootplaat waarop een anker met de leeuw. Het gevest van ivoor of ebbenhout, doch zonder casque (helm). Lang 4 duim en 9 lijn Rijnlandsch, (????) het lemmet 3 kantig.
Bij de kleine uniform kan een ponjaard aan een smalle draagband van zwart leder met vergulde mousquetons gedragen worden.
.
Dit boek van groot formaat 32x49cm. heeft 2 delen, een tekstdeel en een Uniform platen deel.
Een luxere uitvoering van de Nederlandse Marine degen M. 1808.
Lang 95,5cm. Kling 81cm. Bovenzijde blauw met graveringen in goud. Fabrikanten keur S.H.
Gevest messing verguld. Greep van hoorn met aan de 4 zijden een getwiste en geplette zilverdraad.
Schede 83,5cm. van zwart leder met vergulde boven en onderband.
Op de plaat een omkijkende gekroonde leeuw.
In zijn rechter klauw een zwaard en in zijn linker klauw een pijlenbundel met 11 pijlen.
Duidelijk een veel luxere uitvoering. Van een hogere Officier? Dat moet haast wel.
Van 1807 tot 1810 bestaat het Koninkrijk Holland uit 11 departementen.
Herkomst collectie Ger Hof.
In Wapenfeiten No.2 2008 besteed hij er een bladzijde aan. Zie, sabels.net Documentatie.
Gezien de veel luxere uitvoering in vergelijk met 2 en 4 mag je aannemen dat we het hier hebben over een degen van een Hoofdofficier.
Het klingmerk S.H. schrijf ik voorlopig toe aan Samuel Hoppe 1762-1816 klingen kaufman uit Solingen.
Hij is een zoon van Johann Peter Hoppe 1736-1801 Schwerdschmied.
3. Nederlandse degen met maritieme symbolen. 1810-1815.
Lang 102cm. Kling 88cm. Schede 89,5cm. Zwart leer met messing boven en onderband.
Gevest messing verguld. Parelmoer greepplaten.
Op de voorbeugel boven en onder een leeuwenkopje.
Gevestknop in de vorm van een helm (Casque).
De plaat loopt aan de bovenzijde aan beide kanten uit in een dolfijnkop. In het midden een omkranste cirkel waarin een gekroonde W.
Aan beide zijden van de cirkel een gevleugeld paard met vissen (dolfijnen) staart. De mythologische figuur Hippocampus.
Op de driekantige kling enkele graveringen met minimale resten van goud.
Met een gravering
Vive L'Em pereur
Is hier een zuinige Nederlander bezig geweest?
Een degen, volledig uit de tijd van Napoleon waarbij in het centrum van de gevestplaat de W van Willem 1 is geplaatst. Er zal een N gestaan hebben.
Net als bij degen No.1 denk ik hier aan een degen van een hoge maritieme autoriteit. Oorspronkelijk uit de periode 1810-1813 en snel aangepast voor de intocht van Willem 1 op 2 december 1813 in Amsterdam. Dit laatste is natuurlijk maar een veronderstelling.
Maar intochten waren er genoeg en dan moest het ontvangst comité en de plaatselijke elite er natuurlijk wel netjes bijlopen.
Basis is de opstelling van Willem 1 om veel belangrijke personen uit de Napoleontische periode, zonder rancune, hun positie te laten behouden.
Hoe kom je dan zo snel aan een geschikte degen?
Hier ziet U als voorbeeld 2 degens met het Amsterdamse wapen op de plaat en met een gevestknop van een zeeofficiersdegen M 1815 (Puype).
Bedoeld voor Amsterdamse ambtenaren? Een Amsterdamse eren garde? (Garde d 'Honneur)?
De voorbeugel is opvallend ver weg gezet op een lange pareerstang. Is hier ruimte gemaakt voor een forse ruiter handschoen?
Het blijft lastig om op wapens uit die tijd een correcte datum te plakken.
Als Jan Willem Pieneman in 1816 koning Willem 1 schildert, beeld hij hem af met de Officiers Infanterie degen M.1820.
Conclusie; Voorschriften voor een wapen van model en de datum waarop lopen vaak achter de feiten aan.
De tijden zijn chaotisch. Toch moet er van alles geregeld en georganiseerd worden.
Nieuwe kostuums, sjerpen, hoeden, vanen en vlaggen.
Versieringen en intocht poorten.
Er is een voorbeeld bekend waarbij een erepoort, gemaakt voor de intocht van Napoleon oktober 1811 in Amsterdam, nog aanwezig was. Alleen de N wordt dan vervangen door een W.
Opvallend bij de degens 2-3 en 4 is de horizontale stand van de degenplaat.
De Infanterie Officiersdegen M.1820 heeft dat ook nog.
Later zakt die plaat bij galadegens meer naar onderen tot bijna verticaal.
N.L. Marine degen M.1808 voor een 1e Schrijver. Verzilverd.
Lang 89cm. Kling 75,5cm. Op het gevest resten van verzilvering.
Aankoop 2005 via het internet uit Tampa Amerika. De verkoper daar, handelaar in allerlei Antiek en curiosa, vermeld deze degen al vele jaren geleden gekocht te hebben op een veiling in Engeland.
Daar komt het grootste gedeelte van zijn handel vandaan.
Deze degen is gelijk aan het vergulde exemplaar No.2 al heeft deze een veel eenvoudiger voorbeugel.
Greep ebbenhout. De leeuw met een pijlenbundel van 9 pijlen. Periode 1806-1807. In 1807 worden het 11 pijlen.
Op de kling I S B wat staat voor Johann Schimmelbusch 1741-1816 uit Solingen.
Dat de naam Schimmelbusch veel voorkomt op NL sabels en degens is niet zo verwonderlijk. Zij zijn goed vertegenwoordigd in Nederland.
In de periode 1801-1809 plaatsen ze in de NL kranten zelfs enige overlijdens berichten. Blijkbaar vinden zij het nodig hun relaties in NL op die manier te informeren.
In het boek DE UNIFORMEN van de NL Zee en Landmacht, Gebr. v. Cleef Wordt vermeld op blz.41 Voorschrift 15 november 1805.
De Chirurgijns-majoor, 1e Chirurgijns en 1e Schrijvers mogen een degen dragen met een verguld gevest (voor de 1e schrijver een gevest van zilver). Genoemde Officieren mogen geen dragon of degenkwast en geen epauletten dragen.
Dit voorschrift is dan wel net voor de komst van Lodewijk Napoleon, dat deze verzilverde uitvoering zich doorzet in het Koninkrijk Holland is niet zo vreemd.
Ook hier komt het officiële voorschrift voor het model later en noemen we het M.1808.
Marine of Mariniers Sabel 1770-1810.
Lang 630mm. Kling 510mm. breed 30mm. pijlhoogte 9 mm. Rechts; Lang 713mm. Kling 581mm. breed 33mm. pijlhoogte 33mm.
Op het eerste gezicht Bataafs manschappen sabeltje maar dan moet U de andere zijde zien. Een gesloten zijplaat. Foto hierboven van het rechtse sabeltje en daar zit ook nog een verhaal aan vast.
De herkomst is omgeving Deventer en toen zag het er zo uit. De vorige eigenaar heeft hem gevonden, verstopt in een oude stapel Balsa hout die hij had opgekocht als modelbouwer.
En dan blijft er geen keus, schoongemaakt en greep toegevoegd.
Ook is er in de collectie van een Nederlandse verzamelaar een identiek sabeltje maar dan met een ander soort kling waarop het jaartal 1787 en gekruiste ankers. Over het gebruik van het symbool gekruiste ankers of een enkel anker, wel of niet onder kroon, daar kan nog over gediscussieerd worden. Voorlopig denk ik aan gekruiste ankers is voor de zeesoldaten, later Mariniers genoemd. Enkel anker voor matrozen. Dat zet zich door en uiteindelijk wordt het bij de Officiersdegen en Officierssabel, enkel anker Marine, gekruiste ankers Mariniers.
|
1787.
|
|
gekruiste ankers.
|
Op blz. 61 foto 78 van het boekje Blanke Wapens J.P.Puype wordt een identiek sabeltje afgebeeld. Lang 707mm. Kling 589mm.
| |
Op de kling MARINE
|
Onbekend.
juni 2021 komt in beeld twee mij onbekende sabeltjes die mogelijk Marine gerelateerd zijn.
Gevest volledig in messing met aangeschroefde voorbeugel en staart als het bekende manschappen sabeltje van het Staatse leger en later Bataafse Republiek. Kling met geul en de schede als het Scheepssabel Nr.2 (Puype Blz.74 afb. 109)
Het 2e exemplaar heeft een gevestkom en de voorbeugel is niet aangeschroeft maar ingelaten. De greepkap, in beide exemplaren uit een geheel met de greep heeft een iets andere vorm. Op de greepkap slordig gegraveerd R-N-32. De kling is vlak
Puype schrijft op blz.13 - Regelement 1772. De sabels der Sergeanten, Corporaals,Tamboers, Pijpers en Gemeenen zullen bij alle regimenten egaal moeten zijn. ... nieuwe sabels...exact te laten maken , in alles conform aan het model der sabels die het regiment Hollandse Gardes te voet thans heeft, en speciaal niet langer.....Uit de eerder genoemde aquarellen, die bijna zeker iets later zijn dan het reglement van 1772 blijkt door de verscheidenheid van gevesten de werkelijkheid er toch anders uitzag. De telkens als norm opgevoerde Hollandse Gardes b.v. droegen een sabel, die men inderdaad bij tientallen regimenten terug kan vinden. Het gaat hier over een wapen met een massief gegoten geelkoperen gevest met een silhouet dat lijkt te zijn afgeleid van dat van de sabel met de aangeschroefde voorbeugel zoals bij enige andere regimenten te zien is. Het is merkwaardig dat nu juist dit laatste type bewaard is gebleven en dat van de sabel met het geheel koperen gevest,bij mijn weten geen enkel exemplaar meer voorhanden is.
Op zich niet zo vreemd als er in het begin van de Franse tijd een enorm gebrek ontstaat aan koper. Zo erg dat er in de havens bij de daar liggende schepen de koperen platen, die als bescherming aan de kiel zitten, worden afgehaald. Er zal dus wel het e.e.a. omgesmolten zijn.
Op de voorbeugel R-N-12. Dat doet denken aan Regiment Nationalen Nr.12.
Marine gerelateerd, dat kan gezien het uiterlijk. De nationale Staatse regimenten infanterie kunnen ook maritieme diensten vervuld hebben zoals bewaking bij scheepswerven, hospitalen, (bekend is een Marinierssabel M 1818 gestempeld op de rug E.7 herkomst uit familiebezit Pesch. Samen met een klein model mammelukken sabel van de Vaandrig medische dienst omstreeks 1840 Pesch-de Groot. E.7 staat voor Enkhuizen). Afgaande op Puype is het hoogstwaarschijnlijk gewoon Infanterie.
Doorgaand op de sabels met volledig messing gevest, hieronder een bijzonder exemplaar met Naam.
Dat is natuurlijk een fantastisch gegeven om te gaan zoeken op
Regiment Van Oyen. Helaas, dat is behoorlijk ingewikkeld. De familie
van Oyen heeft een groot aantal militairen in hun gelederen.
Ga ik uit van het model van het sabel dan denk ik dat we hem kunnen plaatsen in de periode 1750-1770. Een manschappen sabel en gezien de lengte is het Infanterie. Een goede kandidaat zou dan zijn Louis Anthonie van Oyen 1704-1775. In 1745 wordt vermeld Regiment te voet en in datzelfde jaar wordt aangesteld als Kapitein bij dit regiment, Johan (Jan) Hendriks van Grootenaay. Dat afgekort kom ik terecht bij onderstaande signering.
De kling is gesigneerd door de Engelse wapenmaker W. HARVEY. = William Harvey. Over deze Engelse sword-cutler uit Birmingham zijn weinig archief gegevens bekend. Zeker is dat hij werkt rond 1750 en is mogelijk familie van de meer bekende Samuel Harvey.
Identiek gesigneerde exemplaren van Engelse Ruitersabels door William Harvey uit deze periode zijn er wel.
Al met al, voorlopig staan er nog heel wat vragen open.. Weet U meer of heeft U iets vergelijkbaar, Uw informatie is van harte welkom. wjmschaatsenberg@hotmail.com
MARINE of MARINIERS DEGEN 1747.
Omstreeks 1950 wordt door een Bouwvakker in het dakbeschot van het dak van Hotel De Doelen Achterstraat Hoorn deze kling gevonden. Oorspronkelijk gebouwd in 1615 en uitgebreid in 1648 als De Doelen voor militair gebruik. Van 1876 tot 1972 is er het Doelen Hotel in gevestigd. Het zou kunnen betekenen dat het daarvoor mede gebruikt is door de Admiraliteit van het Noorderkwartier, Hoorn en Enkhuizen en hun Marine personeel. Rond 1950 wordt het hotel gerenoveerd. De Admiraliteiten zijn met de komst van de Fransen in 1795 opgeheven.
Maar, aangezien de Admiraliteits letter N ontbreekt gaat het meer richting Staatse Leger/Marine. Door het ontbreken van Marine symbolen denk ik toch, het is een leger of schutterij kling.
Op beide zijden van de kling de Solinger Wolf en 1 7 4 7.
Een jaartal op een kling komt in de de 18e eeuw vaak voor op Nederlandse Sabel(tjes) en degens.
Vaak met het V.O.C. een de Admiraliteits letter.
Zoals.
M. Op de Maze (Rotterdam)
A. Amsterdam.
F. Friesland (Dokkum na 1645 Harlingen)
Z. Zeeland (Middelburg)
N. Noorderkwartier (Hoorn en Enkhuizen).
Hadden de Manschappen soms een Houwer of Kortejan, Als je kijkt naar het grote aantal Degens en Degenklingen die verscheept werden in de 18e eeuw, b.v. naar de koloniën en het beduidend mindere aantal Sabels, Houwers of Kortejans, zullen ook manschappen, indien nodig, bewapend geweest zijn met Degens.
De Degen links is 950mm. lang. De Kling 775mm. breed 25mm.
In het boek, De Uniformen van de Nederlandse Mariniers, 1969, door F.L.Diekerhoff (1910-1979) komt deze tekening voor waarbij vermeld , Degen Mariniers 1740.
Uit de voorschriften van 1672, 1688 en 1725. ,,Degen gevest Officier verguld Marinier koper. Schede zwart.". In 1763 krijgen de manschappen een Sabel.
Klingen met jaartal voor Manschappen.
Klingen met een jaartal zijn vaak uit de periode 1700-1800. In principe op wapens van de Staat, een Regiment, de VOC of de WIC. Op privé aangeschafte wapens, bijvoorbeeld door de Officieren, komt het niet voor.
Ik denk dat het typisch Nederlands is. Hollandse zuinigheid.
Voordeel, de eigenaar en het productiejaar zijn bekend.
Nadeel, Het is wel een erg oude kling. Na 1800 is die gewoonte verdwenen.
Marine Officiers Sabel M.1798.
Lang 928mm. Kling 805mm. breed 29mm. Pijlhoogte 40mm. Hij is naar een voorschrift uit 1798, De Officieren in dienst een Houwer of Sabel, Het gevest als Huzarensabel. De greep van gevlochten KOPER draad. De Beugel en boven over de greep UITGESCHULPT en VERGULD. Op de klinghiel B. S. B. wat staat voor Benjamin Schimmelbusch Solingen 1749-1826. eijfv
Dit exemplaar is uitzonderlijk lang. Er zijn mij nog 3 stuks bekend.
Veiling Peerdeman heeft een lengte van ca. 90cm.
Exemplaar Harding G.B. (Ger Hof schrijft er een geweldig artikel over in WAPENFEITEN No.4 2010) Lang 81cm. Kling 73,5cm. Dit zal een foute opgave zijn, steeds is het gevest ca. 12cm. en hier zou dat 7,5cm. zijn.
Exemplaar Ger Hof lang ca.860mm. Kling 745mm. breed 37,5mm. Pijlhoogte 38mm. Leverancier/maker J.B.Busch Mr.Zwaardveger in de Kalverstraat a Amsterdam.
De verschillende lengtes maakt maar weer eens duidelijk dat het sabel aangepast werd aan de lengte v.d. drager.
Een Sabel waarbij de voorschriften in die tijd duidelijkheid geven. Dat is zeldzaam. Echter, het is heel normaal als de voorschriften achter de feiten aanlopen en dat het Sabel er in de praktijk al was. Erg populair schijnt hij ook niet geweest te zijn. Geen afbeelding uit de tijd kunnen ontdekken. Mogelijk toch te revolutionair en te weinig Bataafs.
Marine Officiers sabel 1780-1800.
Lang 93,5cm. Kling 80cm. Breed 3cm. Pijlhoogte 4cm. Schede leer 84cm.
Herkomst collectie Ger Hof.
Verguld gevest. Met roggen of haaien huid beklede greep met 10 groeven waarin 2 rechtsom getwiste draden van rood koper. De zijbeugel uitlopend in een dolfijn waaruit 3 gekrulde stangetjes.
Ook de aanzet van de voorbeugel aan de zijbeugel heeft de vorm van een dolfijn.
Het model lijkt erg op het Doggersbank sabel. Het Nationaal Militair Museum laat er 2 zien op zijn collectie site. Nr. 017582 en 015473.
De slag op de Doggersbank op 5 augustus 1781 tijdens de 4e Engelse oorlog was een strategisch verlies voor Holland.
Zo werd het echter niet verkocht in het land. Stadhouder Willem V kon wel enige propaganda gebruiken. Hij en het hele staatsbestel lag onder vuur wat tenslotte zou uitmonden in de Patriotten opstand.
In de Republiek wordt het gevierd als een grootse overwinning.
Er worden eresabels uitgereikt.
|
Willem van Braam 1732-1807 |
|
Nicolaas Jarry als Kaperkapitein. |
Ja, en bij zo'n propaganda offensief horen natuurlijk ook papieren bewijzen. Er worden plaatjes van gemaakt. De afgebeelde sabels hebben dan een anker in de kom.
Waarom de sabel uit de collectie van Ger Hof een andere gevestkom vulling heeft, ik kan het nu nog niet verklaren. Is het sabel van iets latere datum en mocht het niet het aanzien hebben van het eresabel? Uw visie graag.
|
Eresabel Jarry Vlissingen |
Het anker en de Dolfijn als Marine symbool.
Het heeft alles met de tijdsgeest te maken. Symboliek viert hoogtij en het anker staat dan voor hoop en veiligheid. In de 16e en 17e eeuw wordt het mode om voor de Marine 2 gekruiste ankers te gebruiken. In de loop van de 18e eeuw, doorlopend in de 19e eeuw komt het enkele anker weer in gebruik, al dan niet klaar of onklaar.
De symboliek wordt overal bijgehaald en in deze zegel van de Bataafse Republiek komt alles samen.
| "Het Beeld der Vryheid, houdende in de rechterland de Speer, bekroond met den Hoed der Vryheid, en rustende met de linkehand op een Altaar, waar op een Boek ligt, verbeeldende de rechten van den Mensch en Burger. Aan de wederzyde van het Altaar is de Nederlandsche Waterleeuw, houdende in zyne klaauw de nieuwe Bataafsche Vlag. Op den voet van het Altaar ziet men een Dolphyn en een Anker. Het randschrift is Sigillum majus of sigillum minus Populi Batavi." |
Het Anker met de Dolfijn wordt uitgelegd als symbool van de handel.
Symboliek, het is geen Nederlandse uitvinding, in Frankrijk en zeker tijdens de Franse revolutie en de Napoleontische tijd konden ze er geen genoeg van krijgen.
Als de Franse tijd voorbij is verdwijnt het weer snel. Het komt vaker voor, alles wat met een negatief verleden geassocieerd kan worden, dat doen we niet meer. Denk maar eens aan de volksverdwazing van het bejubelen van regeringsleiders. Grote pleinen gevuld met strak geregisseerde massa's en hun voorstellingen ter verheerlijking van het land en hun leider. Het vrije westen moet er niets meer van hebben. In de communistische landen gebeurt het nog steeds. Vrijheid, blijkt niet altijd vrijheid te zijn.
De dolfijn verdwijnt.
Wat wel blijft als Marine symbool is het Anker. Voor Nederland het onklaar anker.
Franse degen Marine Artillerie uit de restauratie periode 1815-1830.
Dat is de tekst die de Franse verkoper, hij noemt zich expert, aan deze degen toevoegde.
Over Expert gesproken, het is vaak een titel die een persoon aan zichzelf toekent.
Enige deskundigheid zal er ongetwijfeld zijn en twijfel is een expert natuurlijk onbekend.
Lang 85cm. Kling 71,5cm. Breed, 2cm. Schede leer 75cm. Alles in verguld messing. Greep ebbenhout. Door de wat kortere en snel slank toelopende kling toont de degen wat kleiner.
Mogelijk Kadetten of Adelborsten
|
Op de plaat een cartouche waarin een gekroond anker, geflankeerd door
vlaggen.
Daaronder aan beide zijden een kanon.
Aan de zijkant van de plaat links en rechts een
Leeuwenkop.
De staart is gelijk aan die op de tekening van Dupont.
|
Het gevest in empire stijl.
De geschubde voorbeugel komt op degens maar weinig voor.
Bij de gevestknop gaat deze beugel over in een Dolfijnenkop.
|
tekening 1804-1813 door Dupont Parijs. Boek ÉPËES Jean LHOSTE blz.303.
|
|
|
De kling is gesigneerd,
Manufacture Alsace De Klingenthal.
Coulaux Freres.
Manufacture d.Armes Blanches d Alsace is gestart in 1733 Als staats bedrijf.
In 1801 komen de Gebroeders Coulaux aan de leiding.
1768-1800 Manufacture de of a Klingenthal.
1801 Manufacture
Nationale de Klingenthal.
Eind 1804 Napoleon Keizer, het wordt in 1805 Manufacture
Imperial de Klingenthal.
1806 De gebroeders Coulaux huren een eigen molen.
In 1810 Komt er een datum, Maand en jaartal op de klingrug van sabels.
In 1815 wordt het
Royale.
1823 signering Royale met maand en jaar alleen nog toegestaan sabels etc. bestemd voor de defensie van Frankrijk. Handels of commerciële wapens kunnen voor eigen rekening (Couloux) en risico gemaakt worden. Worden niet gekeurd door de keurmeesters van de overheid.
1830 Oude monarchie symbolen (Fleur de Lys) komen terug. Louis Phillippe komt aan de macht.
1836 Staatsbedrijf opgeheven, Fam. Coulaux koopt de gebouwen en gaat voor eigen rekening verder.
!962 Bedrijf definitief gesloten.
|
Tekening 1804 door Dupont |
In het jaar Xll (1803-1804) wordt er in Frankrijk een nieuw model Marine Officierssabel vastgesteld.
|
Marine degen jaar Xll.
|
Met de degenknop in de vorm van een helm (casque) en aan de binnenzijde van de pareerplaat een anker.
|
Frankrijk M 1816. |
In het jaar 1816 komt er weer een nieuw model. De helmknop is gewijzigd in een bol. De greepplaten van parelmoer.
Franse revolutie 1789.
Eerste Republiek 1792-1804.
Drectoire 1795-1799.
Consulaat 1799-1804.
Keizerrijk 1804-1815.
Restauratie 1815-1830.
Hoe nu verder?
De degen is zeker na 1801 en niet van een reglementair model An Xll of 1816.
Met de kroon op het anker komen we na 1804. Coulaux Freres na 1806.
Niet reglementair en niet staats gekeurd, dat moet dan een particuliere aanschaf zijn.
Mogelijk voor export. Koninkrijk Holland ?
Na 1804, Napoleon is op zijn top en iedereen doet mee. Grandeur, uiterlijk vertoon. Wil je erbij horen moet je dat wel laten zien. Sabels en Degens worden steeds luxer.
Het is een hele strijd, Wat geeft het meeste aanzien? Een sabel, hartstikke stoer. Een degen, toch wat ambtelijker, rustiger, chiquer. Alles heeft met de waan van de dag te maken. Hoe belangrijk ben ik, hoe wil ik er ook bij horen?
Als ik nu kijk naar deze degen, een kwaliteits product, alles ademt de periode 1806-1815.
Niet overdreven luxe en wat aan de kleine kant. Dan moet het een degen zijn van een lagere Marine Officier, of Adelborst. Zeggen de kanonnetjes nog iets (Marine Kanonnier/Artillerie) of is het gewoon decor, samen met de vlaggen en Leeuwenkopjes?
Verhaal.
Ga ik er een mooi verhaal van maken en probeer ik mij te verplaatsen in de tijd.
Het is de degen van een jonge Adelborst (17-19 jaar) die is overgegaan naar de 1e klas. Trotse ouders natuurlijk en ook niet onvermogend. Zij kopen een passende degen als beloning.
Of, de jonge adelborst is afgestudeerd en wordt toegelaten tot het Officierskorps van de Kanonniers.
Het is niet onmogelijk en ook niet perse onwaarschijnlijk.
Het is de latere Koning Willem ll ook overkomen als hij op 18 jarige leeftijd in 1811 in Britse dienst gaat en een sabel krijgt van zijn Moeder. Een jonge man in Engelse dienst, dan natuurlijk in Engels Uniform. Wel als Officier want dat wordt je gelijk met zo'n adellijke achtergrond. Dan ook een Engels officierssabel. Het wordt het model 1803. Er is een verschil, de standaard GR in de voorbeugel is vervangen door een W en op de kling Voor vaderland en Orange.
Blijvend bij mijn principe dat veel antiek zich vaak regionaal of landelijk verplaatst, pleit alles voor Frans. Maar ja, de degenknop, de dolfijnenkop en de leeuwtjes, het zou zomaar Nederland uit 1806 kunnen zijn. Ach, soms is de wens de vader van de gedachte.
Nu heb ik al heel wat degens zien langskomen, internet staat er vol mee, maar deze heb ik nog niet eerder gezien. U wel? Vertel het me a.u.b.
Degen en sabels van de Gouvernements marine. 1861-1949.
Ook hier is de tijdsgeest weer bepalend voor de gang van zaken.
Onze kolonie Nederlands Indie, bestaat uit ruim 14000 eilanden waarvan er meer dan 2000 bewoond zijn.
Kunt U zich daar iets bij voorstellen? De afstanden zijn gigantisch.
Duidelijk is dat de verbindingen tussen de eilanden van buitengewoon veel belang zijn.
Daarvoor worden allerhande particuliere scheepvaart maatschappijen en schippers ingeschakeld.
Zij ontvangen ook hun opdrachten van het Gouvernement. Bij die Gouvernementszaken gaat het vaak om macht, zo nodig gewapende macht door het NIL, later het KNIL.
Die zeilschepen met Gouvernementsopdrachten worden dan wel verplicht minstens 2 kwekelingen van de Kweekschool van de Zeevaart te Amsterdam, aan boord te hebben. In 1830 is de intentie v.d. kweekschool 6 kwekelingen per jaar naar de Oost uit te zenden.
In 1842 wordt er een officiële naam vastgesteld, -Gouvernements Schoeners en Kruisboten-.
In 1861 wordt het,-De Gouvernements Marine-.
De État-Major bestaat uit Europees personeel, de overige bemanning uit Inlanders.
Het is dan ook hoog tijd om dat gezag, wat deze État-Major dient te vertegenwoordigen en uit te stralen, vorm te geven. In 1862 wordt het kostuum vastgesteld. de W, die teruggrijpt naar
Willem l wordt als distinctief gehandhaafd.
|
Pet embleem. |
In 1862 wordt een kostuum vastgesteld.
Donker blauwe jas met vergulde W knopen.
Op de kraag de geborduurde W.
Een witte pantalon.
Bij officiële gelegenheden zullen de Gezaghebbers (Kapiteins) dragen een staande degen met verguld gevest zoals is bepaald voor ambtenaren in Nederlands Indië
.
Lang, 93,5cm. Kling 78cm. Breed, 17mm. 30cm aan de bovenzijde aan de 3 zijden geëtst.Schede van voor mij onbekend materiaal. Hard leer? Composiet? Waarover een dunne witte buitenlaag is geplakt. Dun leer?
Is het aanzien van de schede gelijk aan alle andere degenschedes, de stiknaad ontbreekt aan de achterzijde.
|
Degen Gouvernementsmarine- 1862-1865 |
Alles aan deze degen heeft het aanzien van de jaren 60-80 van de 19e eeuw. Echt populair wordt het model niet, het ziet er nogal goedkoop uit.
Op deze foto een voorbeeld van een Galadegen uit dezelfde periode met het gekroonde Nederlandse wapenschild vastgehouden door Leeuwen en eronder de spreuk Je Mantaindrai.
Dit type degen komt ook voor met het wapen van Rotterdam.
De Gezaghebbers kunnen er nu toch wel netjes bijlopen en bij hun witte pantalon hoort natuurlijk een witte degen schede. Dat zij dan een degen kiezen met een W op de plaat lijkt mij heel logisch.
Het duurt slechts 3 jaar. Toch een beetje kinderachtig zo'n degentje. In 1865 wordt het de standaard Marine sabel M.1843.
In 1862 wordt er uitsluitend gesproken over het dragen van de degen door de Gezaghebbende.
In 1865 lijkt dat toch anders als er vermeld wordt, de 3de Stuurlieden dragen geen sabel.
Het Nederlandse Marinesabel M.1843.
Omdat over deze sabel al veel bekend is ga ik mij beperken tot bijzonderheden of uitzonderingen.
|
Marine sabel model M.1843. Lang 84cm. Kling 71cm. Breed 3cm. Geen decor. Schede zwart leer 76,5cm. Op de kling wel de kwaliteit aanduiding ijzerhouwer.
Om een indruk te krijgen over de aantallen waarover het hier gaat, in 1863 zijn er bij de Gouvernementsmarine 8 Gezaghebbenden, 8 1e Stuurlieden en 6 2e Stuurlieden. Een totaal van 22. In 1875 ca.35 en in 1880 ca. 90. Dat aantal loopt weer terug in 1890 tot 60.
Ook de persoonlijkheid van de Marineman speelt natuurlijk een rol.
Lastig hoor maar oké het pak moet dan maar aan.
Of, prachtig, eindelijk wordt mijn status benadrukt met een goed uniform
Als je bij dat laatste ook nog behept bent met een historisch besef en waarde hecht aan onderscheid, dan doe je iets extra's. Je maakt de W zichtbaar.
En dat is hier gebeurt, de gekroonde W op de bovenband van de schede.
Verhaal.
Dit sabel heb ik gekocht van een Nederlandse handelaar die het aanbiedt op Ebay in 2005.
Natuurlijk hebben ook andere verzamelaars meegekeken en van een van hen krijg ik een mailtje.
>Met interesse heb ik de veiling gevolgd van de Marinesabel op Ebay met U als koper.
Ik heb niet geboden omdat de schede niet bij deze sabel hoort. De sabel heeft een anker op het gevest en dient dat ook te hebben op de schede. Nu zijn er versies, een met kroon en een met anker. Ik heb de kroonsabel zonder kroonschede maar wel het ankergedeelte.
Bent U bereid zowel mijn als Uw sabel in originele staat te krijgen of misschien wilt U de sabel ruilen tegen een ander blank wapen etc?
Ik heb veel ruilmateriaal>.
Zijn tekst is niet helemaal duidelijk maar waar het op neer komt is dat hij de schede met de W wil ruilen voor een schede met een anker op de bovenband. Is dit nu bijgoochem, onkunde of hebzucht? Ik denk het laatste want het is een zeer ervaren verzamelaar. Ik kan er nog wel enig begrip voor opbrengen. Hebzucht is een flink onderdeel van het verzamelen. Maar het is toch veel leuker om er samen van te genieten, een ander zijn trots ook te gunnen. Kan natuurlijk ook een kwestie van leeftijd en groei zijn.
Juni 2020 Ergens in een N.L. verzameling is een Marine M.1843 met op de bovenband van de schede het wapen van Suriname en de spreuk ,, JUSTITIA PIETAS FIDES ". (Gerechtigheid,Vrede en Trouw). Op de geetste kling, C.v.Wagtendonk (1797-1854) Amsterdam.
Dat moet dan een vroege M.1843 zijn. Coenraad van Wagtendonk.
Hier links op de foto. Rechts, een Marine M.1843 met een Franse couloux kling.
Omdat, helaas, de herkomst niet bekend is wordt het lastig een reden te vinden waarom een N.L.Marine Officier het nuttig vond dit, toen nog niet officiële wapen, op de bovenband te laten zetten.
Misschien moeten we het zoeken in de richting van een Marine Officier die voor langere tijd gestationeerd wordt in Suriname waarbij in Paramaribo van 1815 tot 1899 permanent tenminste 1 Koninklijke Marine schip aanwezig is. Ook wel Stationsschip genoemd.
Opvallend is de greep uit 2 delen met een verguld messing tussenstrip.
Een goede kandidaat als eerste eigenaar is Reinier Frederik baron van Raders. (1794-1868). Raders is Gouverneur van Suriname van 1845 (KB.21-04-1845) t/m 29-05-1851. Hij is de eerste Gouverneur specifiek voor Suriname. Tot 1845 was er een Gouverneur voor de West Indische bezittingen en daarbinnen vielen ook het Caraïbische deel zoals Curaçao. Al vele jaren was er discussie over het kostuum van de Burger ambtenaar. Zeker tegenover de inlandse bevolking moest zijn autoriteit toch wel duidelijk zichtbaar worden. Ook bij recepties, feestelijkheden en bij buitenlands bezoek moet hij in het goeie pak en dan was een uniform wat bij alle gelegenheden passend was, wel zo voordelig. In het blad van de vereniging MARS et HISTORIA maart/april 1991 Blz. 62 schrijft Mr. C.J.H. KRAMERS hierover een interessant artikel. - In 1825 werden de Nederlandse Consuls in de Zuid Amerikaanse havensteden gemachtigd Marine officiersuniformen te dragen. Een Consul Generaal werd gelijkgesteld met een Kapitein Luitenant ter Zee. Toen in 1842 bij de officiële vastlegging van de consulaire kostuums was voorgesteld om deze uitzondering te bestendigen vond de Koning het niet meer nodig-.Raders carrière heeft zich voor Suriname hoofdzakelijk afgespeeld op Curaçao. Als hij vanuit Curaçao aankomt in in Suriname is zijn militaire rang Kolonel titulair. (KB.10-12-1843) Hier wordt hij dus betaald als Majoor. In 1847 krijgt hij de rang van Generaal Majoor, buiten bezwaar van de koloniale kas. Gouverneur van Suriname met nog steeds een salaris van een Majoor! Daar maakt hij bezwaar tegen. Of dat geholpen heeft weet ik niet.Je mag Raders een verlichte geest noemen, Hard werkend binnen zijn opdracht, sociaal bewogen, voorstander voor een humanere behandeling van slaven. Het leidt regelmatig tot conflicten met meer conservatieve lieden. Zowel boven al onder hem. Dat leidt tenslotte tot een vervroegd ontslag op 29-05-1851. Net daarvoor, 23 dagen, op 06-05-1851 heeft hij een nieuw slavenreglement uitgevaardigd. Het moet hun levensomstandigheden iets verbeteren. Hij gaat als particulier terrug naar Nederland.Dat Rader bij zijn aanstelling in 1845 de Marinesabel toegestaan in 1825 maar dan de M.1843 met een iets afwijkende greep en een speciale tekst op de bovenste schedeband is goed mogelijk. Het past bij zijn burgerfunctie als Gouverneur.
Afbeelding hierboven in ambtskostuum met de degen. 1845? Let op de mode, halflang haar en enorme bakkebaarden. Jas met enkele rij knopen.Rechts in vol ornaat een portret van latere datum. Jas met dubbele rij knopen, sjerp en vol met onderscheidingen. Welke? Misschien kunt U mij daar iets meer over vertellen.
Nederlands Marine Officierssabel M.1882.
In 1882 komt er een nieuw model Marine sabel.
In de cartouche van het gevest een gekroond onklaar anker.
Het is duidelijk, dat wordt ook het sabel van de Gouvernement Marine Officier.
Er zijn echter een paar uitzonderingen. Die Gouvernement Officieren hebben de sabel M.1882 laten maken met de gekroonde W in het cartouche. Er zouden zo'n 6 stuks van bekend zijn.
Meer weten over De Gouvernement marine?
Lees deze drie delen door Backer Dirks.
|
De staande Marine degens M.1815 en M.1824.
Links, lang 85cm. Kling 72cm. breed 1,6cm Schede zwart leer 73cm.
€ 725.-- Rechts, lang 93cm. Kling 81cm. Schede zwart leer 83cm.
|
|
Er zijn nauwelijks over dit type degen gegevens of voorschriften te vinden. Puype noemt het Marine degen M.1815.
In verzamelingen en Musea zijn er voorbeelden aanwezig maar het aantal is zeer beperkt.
Er is mij een degen bekend waarbij de kling gesigneerd is met,
J.Scheer March(and) Fourbisseur à la Haije.
Dit is Johannes Scheer Handelaar en Zwaardveger geb.1770 in Luxemburg. Overleden in 1859 te den Haag.
Hij trouwt in 1798 met Sibilla (Isabella) van Steenhoven 1775-1847.
Drie van hun zoons worden ook zwaardveger.
1.Johannes Franciscus geb.1800 Rotterdam overl. 1838 den Haag.
2.Petrus 1805-1841 den Haag.
3.Martinus Gerardus 1812 den Haag 1900 Amersfoort.
In 1817 wordt vermeld, Schrijvers en Victualie meesters de Degen en dragon als Officieren der Marine.
1824. Adelborsten 1e klasse Degen als Luitenant 2e klasse.
1828, wordt genoemd degen Chirurgijns.
Ik denk dat hier een stukje van de oplossing wordt gegeven.
De hogere heren Marine Officieren hadden helemaal geen zin om met zo'n simpel degentje te gaan rondlopen.
Zo'n ding is toch totaal niet krijgshaftig. Dat laat je over aan de Ambtenaren, de Schrijvers, Victualie meesters en Chirurgijns. Die echte zee Officieren, zij prefereren de sabel van Engels fatsoen waarmee wordt bedoeld het British Navy sword pattern M. 1805.
In 1831 schildert Dominicus Dubois (1800-1840) Jan van Speijk (1802-1831) als 2de Luitenant in de kajuit van zijn kanonneerboot no2 in Antwerpen. Waar hij op 5 januari 1831 de hele zaak de lucht in laat vliegen door met zijn pistool het kruit te ontsteken.
Fantasie natuurlijk want hoe het nu precies gegaan is weet niemand.
Van Speijk in zijn Gala Uniform en dat op 5 januari, hartje winter, te mooi om waar te zijn.
Maar kijk, rechts hangt zijn degen M.1815.
Dat er verschillen in details van het gietwerk van het gevest zijn is bekend. Er zullen verschillende kopergieterijen bij de productie betrokken zijn geweest. Van een degen met grotere verschillen in de uitvoering heb ik deze foto van Marktplaats geplukt.
Een meer rechtopstaande degenknop met een verder doorlopende rug.
Een plaat met een ander takken decor en een ingegoten anker uit een stuk. Dit in tegenstelling met de bovenstaande degens waarbij de anker als een los onderdeel op de plaat is gezet.
Model M.1824.
Lang, 94cm. 81cm. De bovenste 32cm. blauw met vergulde graveringen. Schede,84cm. Waarschijnlijk later toegevoegd.
Op de kling, op de plaat gekroonde gekruiste ankers.
Aankoop 1984 beurs Antwerpen.
P.van Wagtendonk te Amsterdam
Is die P goed gelezen of moet het een C zijn?
Coenraad van Wagtendonk (1797-1854) Amsterdam.
Meer gegevens over van Wagtendonk vindt U in mij Blog
< Generaal-Majoor J.B. Cleerens en zijn Laatste sabel >.
Op hiel, het Solinger fabrikanten merk
|
En dat maakt het lastig, Het is het merk van Clemen&Jung uit Solingen die geregistreerd staan als opgericht in 1860.
Dat kan dus niet, die datum is te laat.
Maar er is hoop. Het merk logo is aan Clemen & Jung verkocht door Hermann Wilhelm Lang (ca. 1783-1843). Hij trouwt het meisje Baus (1813-1868). In 1847 wordt hun enig kind geboren, een dochter.
Dat in combinatie met van Wagtendonk maakt een productiedatum voor 1843, dan komt het nieuwe Marine sabel, goed mogelijk.
Op deze foto een wat luxere uitvoering. Een ook aan de voorzijde doorlopende pareerstang, Voorbeugel als van het Franse model An XII.
Op de plaat 2 gekruiste ankers.
Verwarrend en onduidelijk is ook het gebruik van een enkel klaar anker en de gekruiste ankers.
Gekruiste ankers is nu het symbool exclusief voor de Mariniers.
Maar dat was niet altijd zo. Tot in de 18e eeuw waren voor de gehele Marine gekruiste ankers ook heel gebruikelijk.
Voorschrift 1824. Mariniers hangende degen met een platte kling witte grepen en verguld gevest.
Zou het zo kunnen zijn dat we, wat Puype noemt de M.1824 eigenlijk een M.1815 Mariniers is?
Een hangende degen met een platte kling. Wordt hier een rechte (degen) sabel bedoeld?
Hoe dan ook, is de M.1815 zeldzaam, van deze M.1824 zijn de bekende exemplaren op een hand te tellen.
Marine Officiers sabels en degens uit de praktijk van voor 1843.
Naar Engels fatsoen Britisch Royal Navy pattern M. 1805.
Uit de praktijk, want voorschriften zijn er niet te vinden of te summier. Wat ook geld voor andere krijgsmacht onderdelen.
Zoals het Lichte Cavalerie Officiers sabel M.1813 zo genoemd naar het manschappen model no.1 M1813 identiek aan het Britse Light Cavalery Sword M.1796, De Officiers uitvoeringen willen nogal eens in maat en detail afwijken en worden ook volop gebruikt door Infanterie en Schutterij Officieren.
Voor het lichte Cavalerie sabel no 2 1813, de Jagers, de Dragonders enz. geld hetzelfde.
Het komt er op neer dat de tijdsgeest en mode bepalend zijn.
Ook wordt vaak vermeld, van model.
Gevolg, we zijn afhankelijk van bestaande stukken en van plaatjes.
Tot de komst van het Marine sabel M. 1843. Dan wordt het makkelijker.
Van boven naar beneden.
1. Lang 83,5cm. Kling 72cm. Breed 2,5cm. Schede van leer 73,5cm.
2. Lang 92,5cm. Kling 80cm. Breed 2,4cm. Schede van leer 84cm.
3. Lang 90cm. Kling 79cm. Breed 3cm. Pijlhoogte 3,7cm. Schede van leer 83cm.
1. De kleinste. Herkomst collectie Zijderveld Utrecht 2003.
Waarschijnlijk een Adelborst degen.
Het gevest en de degenbanden zijn verguld.
De kling is identiek aan de kling van de Infanterie Officiersdegen M. 1820. Hier met minimale resten van gravering en deels leesbaar J.F.Se(gers Breda.)
2. Een langer exemplaar. Kling met graveringen.
Opvallend is de grotere leeuwenkop in vergelijk met no.1,
De plaat hieronder uit 1836 laat duidelijk zien dat een Adelborst dit soort degen/sabel draagt.
|
|
Adelborst 1e klasse 1836 Ridder W.J.C. Huyssen van Kattendijcke
3. Hier is het een echte sabel met brede gebogen kling.
55cm. van de kling geëtst met o.a. onklaar anker en anker bedekt met dolfijn.
P.Knecht Solingen.
Nu zijn er meerdere Peter Knecht uit Solingen en uit verschillende periodes maar ik denk dat het hier gaat over,
P.Knecht Solingen uit Solingen 1798-1852.
Stamboom:
Peter Knecht 1718-1814 X Christine Jurgens.
Peter Wilhelm Knecht 1772-1806 X Caroline Tesche.
Peter Knecht 1798-1852 X in 1825 Julie Schimmelbusch 1804-1881.
1817-18 Scholing bij J.C.Solbrig in Dusseldorp in de wolbehandeling.
1823 Koopt en begint in Solingen een Wapenfabriek.
1824 Agentuur en depot in Parijs.
1830 De Franse juli revolutie in 1830 betekend (tijdelijk) het einde van zijn exporthandel naar Frankrijk, België en Nederland.
Knecht reist veel en heeft overal zakelijke contacten en belangen.
In 1839 wordt zijn klingenproductie als onbeduidend genoemd en van mindere kwaliteit.
1839 Na het overlijden van zijn schoonvader Schimmelbusch verdwijnt de financiële ondersteuning van de Firma Schimmelbusch & Joust.
1839 associatie met N.M. Lesoinne uit Luik.
1850 P.W.Knecht en Zonen geliquideerd, failliet. Overname Peter Knecht & Co. Dat zijn de zonen Peter 1826-1859 en August 1827-1892.
Meer hierover, Deutsche Biographie NDB-Artikel Knecht, Peter. |
De Marinesabel met de bijltjes.
Daar zijn er maar 3 of 4 van bekend en tot nu toe heb ik geen tekst of voorschrift hiervoor gevonden.
Beide sabels zijn 87,5cm. lang met een kling van76cm. De sabel links, ex collectie Liefers, heeft een kling van 2,5cm. breed en heeft een kromming (pijlhoogte) van 6,1cm. De leren schede is 77,5cm. De sabel rechts, ex collectie Ger Hof, heeft een kling van 2cm. breed en een pijlhoogte van 2cm. De ijzeren schede is 77,5cm.
Op de vlakke rug v.d. kling staat J.Speet Zwaardfeger te Amsterdam.
Jacobus Speet is in 1795 geboren in Amsterdam, overleden 1864 Rotterdam. Zijn Vader, Jan Pieter Speet. Zijn Moeder Petronella Coenraadts (Coenraads) een meisje uit de zwaardvegersfamilie Coenraadts.
1825 samen met J.B.Busch op de Haarlemse tentoonstelling.
1827 Jacobus trouwt met Geertruijda Goseman (Gooseman) 1796-1850. Als zijn beroep wordt dan vermeld Zwaardveger.
1851 Jacobus wordt vermeld >Zonder beroep>.
1857 Jacobus wordt vermeld >Winkelbediende Den Haag>. Het kan iets te maken hebben met zijn zoon Jacobus Willem Carel (1831-1891) die bij zijn huwelijk in 1857 met Maria Madelaine Coenraadts ook wordt vermeld als Winkelbediende den Haag.
1863 De hele familie Speet en Coenraadts, totaal 14 personen, gaan vanuit Den Haag in Rotterdam wonen.
Bijzonder om te zien hoe het oog aan de bovenste schedeband en de ring slijtage vertonen.
Marine Vuursteen Handvuurwapens.
Nederlands
Marine vuursteen pistool, eind 18e eeuw. Gesigneerd J.Tomson A Liége.
Met spreidloop (donderbus) . Foto, N.M.M. Nr. 012947. Hier met rechtstaande ijzeren pan en veiligheidshaak.
Dat sreidloop (donderbus) is een uitzondering. Het model (Kolf etc.) reglementair en door diverse makers geleverd.