Sabels, Degens en Geweren voor Kinderen en Cadetten. 1750-1880.
En met speelgoed ga ik nog iets later.
De hier getoonde stukken komen uit verschillende particuliere collecties. Worden getoond in samenwerking en toestemming van de eigenaren.
Heeft U interesse om hier aan mee te werken, graag. De bekendheid met historisch erfgoed kan nooit groot genoeg zijn.
Wil Schaatsenberg wjmschaatsenberg@hotmail.com
Afbeelding van het zoontje van de Maarschalk in het leger van Napoleon Jean Baptiste Bernadotte. Hier met het sabel van zijn Vader, een boxlock vuursteen pistooltje, paard, trommel, vlag en een Kinderdegen.
Wil Schaatsenberg begonnen september 2021 met latere aanvullingen
Ze zijn er en zullen er wel altijd geweest zijn, wapens speciaal voor het gebruik door kinderen.
Jongens in opleiding of als voorbereiding voor het leger. Naast hun Vader gekleed als Militair of als jager om ze te laten voelen erbij te horen. Statusverhogend. Als speelgoed bij hun tinnen soldaatjes. Eeuwenlang een voorrecht voor de Adel en andere vermogende mensen. Het is een afspiegeling van de dan heersende mode. Verkleinde modellen van geweren en blanke wapens. Voor 1800 is het de degen. Dan komt de Sabel. Meestal goed vergelijkbaar met die van de volwassenen. Aan het eind van de 19e eeuw gaat dat langzaam veranderen. Na 1940 is het alleen nog maar speelgoed geworden. In mijn jonge jaren waren het de houten en plastic zwaarden van de Ridders. De plastic of van ijzer composiet gemaakte klappertjes geweren en de revolvers van de Cowboys en de indianen.
De aanmaak van deze kleine Wapens van het juiste model en materiaal zal in aantallen altijd gering geweest zijn. Zeker in vergelijk met de grote standaard modellen.
1632 Portret van Claude Deruet en zijn zoontje Nancy.
Prent Rijksmuseum. Object RP-P-OB-20.621
Hoe klein kan het zijn? Het joch hier uitgerust met een geweertje en de bijbehorende fourquet (steunvork) en een degen.
Bernadotte (1763-1843) met zijn Zoon Oscar (1799-1859) in vol ornaat in Hamburg. Tekening gebroeders Suhr 1806-1808.
Laat ik maar gelijk beginnen met een geweertje of is het een jagerbuksje of een pistool of karabijntje?
Het gaat om de bovenste Lang 57cm. Getrokken loop 30,4cm.met 8 trekken. Kaliber ca.13mm.
Ter vergelijking, een Culemborgs pistool ca.1760 lang 53,5cm. Loop 34,7cm, Kaliber 19mm.
Het zou dus een pistool kunnen zijn en zo ligt hij ook in de hand. De lengte van 57cm. gaat dan in de richting van de vaak nog 10cm. langere 17e eeuwse radslot pistolen.
Of is het een heel kort karabijntje?
De kwaliteit en de fraai gedecoreerde uitvoering doet mij toch niet aan Militair denken.
1700.-1725.
Misschien iets later is de tijd waarin ik het zou willen plaatsen. Het bolle wat gebogen slot. Later komt het platte slot weer in de mode.
Op de slotplaat gegraveerd * D * R * . De brug tussen de pan en de batterij ontbreekt.
Het ronde laatstok pijpje met groeven en de uitzonderlijk ouderwetse kolfvorm met zijn ijzeren kolfplaat.
Ook de trekkerbeugel is ijzer. Blijkbaar was er een
kopergieter (nog) niet beschikbaar.
Het hout van wortelnoten.
De goudkleurige decoratie is dan wel weer kunstzinnig en getuigd van extra vakmanschap.
Op de kolfplaat Nr. 54
In het hout 75 en dan is er nog vlak bij de kolfplaat aan het einde van de trekkerbeugelstaart een 9mm. koperen rondje waarop 38.
Waarom? Het enige wat ik kan bedenken is, het zijn collectie of museum nummers.
Verder geen namen, merken of nummers.
Het hout ingelegd gekruld draad, Een Pauw en een Bloem.
Een wapenschild gekroond met een Markies of Gravenkroon en geflankeerd door ???
Moeilijk te plaatsen, Vogels, slangen?
Herkomst Belgische collectioneur.
Conclusie,
Heel mooi kwaliteitsstuk wat getuigd van vakmanschap waarbij wel extra kosten gemaakt zijn voor het gebruik van Notenhout en de decoratie daar in maar verder niet.
Een pronkstuk voor een Graven kind of voor de Graaf zelf in zijn collectie.
SNAPHAAN GEWEREN UIT MAROKKO
JEZAIL KABYLA MOUKHALA AFEDALI.
Over dit onderwerp heb ik een aparte Blog geschreven. Binnen het onderwerp KINDERWAPENS vallen de onderste twee.
Als verzamelaar ga je voor kwaliteit maar voor mij is ook de historische achtergrond/herkomst van groot belang. Hier bij deze Kabyla of Kabyle geweren is de kwaliteit uitzonderlijk, het zijn kunstwerkjes. Gemaakt in de stad Tetuhan in Marokko direct aan de overkant van Gibraltar in de periode 1860-1900. Maten; Op de foto van boven naar beneden. 1. Lang 165 cm. Loop 127 cm. kaliber 14 mm. Slot 20 cm. 2. Lang 111 cm. Loop 76 cm. Kaliber 14 mm. Slot 18 cm.
3. Lang 79 cm. Loop 50 cm. Kaliber 13 mm. Slot 14 cm.
Blog lezen, Google GEWEREN UIT MAROKKO.
Percussie Jager buksje van 71cm met links liggend slot. Ca. 1830-1840.
Dit is wel heel klein met een totale lengte van 71 cm. De loop systeem Delvigne. 8 kantig 41 cm. lang, kaliber ca.11 mm. 6 trekken en velden.
Er zijn geen merken namen of nummers. Het links liggende slot, wat je toch uitzonderlijk kan noemen, is licht gegraveerd.
Korte Jagerbuks civiel.
Jagersbuksje met een totale lengte van 89,5cm. Loop 53cm. 8kantig Kaliber ca.14mm. 8 trekken en velden.
Herkomst Oostenrijk grens Zuid Duitsland tussen München en Innsbruck.
Blijft de vraag is het nu een Kindergeweer of gewoon een korte Jagersbuks. Bekend zijn de sets van dit soort buksen met een lange en een korte uitvoering.
Een kindergeweer M.1842
Lang 85,5cm Loop 56cm Kaliber 13,2mm. Luikse keur ELG Ingevoerd 1810.
Het is naar het Franse model 1842.
Rechts de keur van de fabrikant Malherbe Luik. (1822-1867). In 1807, Pierre Joseph Malherbe de Goffontaine had 3 manufactures and
after the fall of the French regime, it repurchases with the son of Gosuin
manufactures quay St-Léonard in Liege and of Chaudfontaine (in addition to his).
Deze keur EL ingevoerd in 1853 ontbreekt.
Om een goed idee te krijgen van de maat, hier samen met een geweer van 146cm lang.
De andere kant.
Op de kolf staan ook nog 2 stempels. C R M en op de andere zijde, A 42. Dan zou A het kleinste model kunnen aangeven en 42 het wapennummer.
C R M staat waarschijnlijk voor College Royale Metz (1815-1853). Het is een school op militaire leest voor kinderen van 9-14jaar waarbij les in het omgaan met wapens.
A 42 A=de kleinste maat 42 het wapennummer wat zou betekenen dat er meerdere geweest zijn.
Tijdens de revolutie van 1848 bieden de studenten van het college hun uitrusting en wapens aan de staat aan.
Met het ontbreken van de EL keur (1853) en van het model 1842 kan de conclusie zijn dat dit geweertje gemaakt is tussen 1842 en 1853.
Eugène Lodewijk Bonaparte 1856-1879.
Zoon van Charles Louis Napoleon (1808-1873). President van de 2e Franse Republiek 1848-1852 en Keizer Frankrijk van 1852-1870. Kleinzoon van Lodewijk Napoleon (1778-1846) Koning van het Koninkrijk Holland 1806-1810.
Er zijn foto's van Eugène Lodewijk Bonaparte met zo'n (dit?) geweertje.
Deze foto rechts door Andre Adolphe Eugene Disderi (Parijs 1819-1889) De foto zou uit de periode 1865-1866 zijn.
Disderi wordt bekend en beroemd met zijn Carte de visite.
Onder de foto links staat Mayer & Pierson. Zij openen hun fotostudio te Parijs in 1855. Het wordt een gerenommeerd atelier die benut wordt door meerdere Vorstenhuizen en andere personen die het geld er voor hebben en zich belangrijk vinden. In 1863 openen zij een vestiging in Brussel.
De foto's zullen uit de periode rond 1862 zijn.
Foto links Eugène in vol ornaat.
De foto hieronder is een ingekleurde versie.
Of het hier gaat om dit geweertje? Het is in ieder geval een identiek exemplaar.
In het bezit van de Napoleon familie?
Gezien het gegeven dat het zomaar op de vrije markt te koop is gekomen is de kans groot dat het een attribuut was van de fotostudio.
Terecht gekomen in de handel na de revolutie van 1848? Overgenomen van de school College Royal Metz?
Met Eugène Lodewijk Napoleon loopt het niet goed af.
Hij sneuvelt in 1879 (23jaar) in Britse dienst bij een Engelse expeditie in Zoeloeland in het oosten van Zuid Afrika.
Van het Franse Model 1842 zijn er meer.
Basis is steeds het achterliggende slot. De standaard legermaat is ca.140cm. Loop lengte ca. 100cm. Kaliber ca.18mm. Boekenwijsheid verteld dat het beperkt is ingevoerd.
Bij de jeugd ligt dat anders. Hoewel de aantallen veel minder dan het standaard geweer kom je ze nog wel eens tegen. Blijkbaar waren ze voor de jeugd, kadetten Schoolpelotons en schutterijen wel populair.
De voorbeelden hieronder zijn alle van Luiks (B) fabricaat met de ELG keur en de Luikse Perron.
Het kaliber is ca. 14mm. Op de foto van boven naar beneden.
Lang 122cm. Loop 86,3cm. Op de slotplaat BF wat mogelijk staat voor Beuret Freres. (1836-79)
Lang 119,5cm. Loop 84cm. Op de loop- G.Gilsoil. Hier met messing beslag.
Lang 114,7cm. Loop 78cm. Met trekken en velden. EL keur (sinds 1853).
Lang 113,5cm. Loop 78,7cm.
De andere zijde in omgekeerde volgorde.
Hieronder. Bijna hetzelfde maar toch iets anders.
Voorliggend Percussie slot.
Boven, Lang 124cm. Loop 87cm. Kaliber 14mm. Geen ELG keur, wel de Luikse Perron. Hier voor de export gemerkt. Daarbij een V onder kroon wat de keur kan zijn van A. van Deventer ca. 1840-1860
Onder. Lang 113,5cm. Loop 79,8cm. Kaliber 14mm. Messing beslag. Boven op loop E.82. Verder gebruikelijke Luikse keuren ELG in cartouche en de verstrengelde JE.
Vaak wil je wat meer weten over het gebruik en de herkomst.
De kleinste zouden geplaatst kunnen worden bij Pupillen of Troepskinderen en dan begin je al met 10 jaar. Ook de herkomst kan een indicatie geven. De bovenste is naar alle waarschijnlijkheid in Nederland gebruikt. Herkomst NL wapenbeurs in 1994 en volgens de conservator van het NMM, ik heb ze zelf niet gezien, hebben zij zo'n 10 stuks van dit geweer in hun depot. Dan de V onder kroon van van Devnter.
Moet goed herkenbaar zijn aan de slotplaat.
Het ziet er allemaal wat goedkoop uit en dat vind ik dan weer typisch Nederlands.
Niet reglementair militair, die zullen daar geen genoegen mee nemen. Meer kans, een jongerenpeloton van een burger (militaire) school of schutterij vereniging en dan ga je richting 1860. Wel nog even in NL laten keuren.
Tijdgeest.
Een advertentie uit 1835
En 1858. Op scholen wordt exercitie onderwijs gegeven.
Algemeen Handelsblad
21-12-1887 Rotterdam.
1879. Het is het begin van de Beaumont Pupillen en Kadettengeweer.
Vergelijkbaar en spannend. 109cm.
Is dit Kindergeweer of is het een PUPILLENGEWEER. Het is goed vergelijkbaar met het geweer hierboven beschreven maar wel 15cm. korter en van een hogere kwaliteit.
Lang 109cm. Loop 77cm. Kaliber 16mm. Notenhouten kolf en beslag in ijzer. Bajonetnok niet aanwezig (Nooit geweest). Haan van het NL percussie model.
De peer (Borst) waarin het percussie schoorsteentje is geschroefd doet erg denken aan het geweer koloniaal model M.1842 (Martens en de Vies Blz. 131). Niet identiek maar bijna en dat is acceptabel binnen het fabricageproces van een klein aantal pupillengeweren.
Het is Luiks fabricaat met de gebruikelijke keuren ELG in ovaal en verstrengelde EL.
De meeste ijzeren onderdelen zijn gestempeld met de keur M onder kroon. Hier rechts zoals op de loop. Vaak slecht zichtbaar door flink schoonmaak en schuurwerk. Die M onder kroon komt vaker voor op Nederlandse wapens. Daarbij kan je denken aan de
Keurmeesters J.H.(Johannes Hermnus 1796-1868) Miolee. Getrouwd met Anna Cornelia Mensen (1793-1887) Hij werkt in luik 1841-1854 wordt vermeld in 1834 als Sergeant 5e afdeling Infanterie gedetecheerd in Delft. 1841 Controleur 2e klas 1847 1e klas 1849 Maastricht 1851 Delft. Omdat zijn ogen minder worden 1854 wachtgeld en gaat in Utrecht wonen.
Of Mordant, Luik 1848.
Dezelfde keur komt voor op het Nederlandse Marinepistool M.1818 Later gemaakt bij Spangenberg Suhl. Dan wordt het keurmeester Maquinet.
Wordt vermeld als geweermaker (Fabrikant) Culemborg. 1815-1822 wapencontroleur in Mutzig in de daar door Jaques Colaux in 1803 opgerichte vuurwapenfabriek. 1822 Geweermaker 1e klasse Delft.
!831 Controleur Suhl.
Johannes Jean Jois Joannes Joannis is overleden op 59 jarige leeftijd
op 18 juni 1833 in Sühl, Thüringen, Deutschland.
Dat schuren is ook gebeurt met het hout en daarna gelakt. Jammer of niet? Gelukkig zijn er nog zwarte sporen overgebleven en dat ruikt naar Nederlands Indië waar vaak het hout van de vuurwapens gezwart werd.
Pupillen in Nederlands Indië. Dan kom je uit in Gombong, de pupillenschool. Daarover is op het internet van alles te vinden. Helaas, niets over een pupillengeweer. Wel over Militaire exercitie waarbij gesproken wordt over gebruik bij de jongere kinderen van houten geweren. Daarbij moet steeds rekening gehouden worden met de geringere (inlandse) lengte van deze jongens. Zo krijgen de standaard KNIL geweren een looplengte van 1meter.
Het blijft spannend en misschien zit ik wel volledig op een verkeerd spoor. Het zou fijn zijn als er nog eens een tweede of meerdere exemplaren tevoorschijn kwamen.
Militaire Pupillenschool Bron Wikipedia.
De Militaire Pupillenschool, ook wel bekend als het Corps Pupillen,
was een in 1848 opgerichte onderwijsinstelling van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch
Leger (KNIL) te Gombong op Midden-Java, Nederlands-Indië. Het doel van de school was om als
inlanders opgevoede kinderen van Europeanen op te leiden tot militairen.[1]
De school werd op 1 juli 1912 wegens bezuinigingen opgeheven. De
Militaire Pupillenschool was opengesteld voor Indo-Europese jongens tussen 7 en 18 jaar.
Museum Rotterdam.
Op hun site zijn zo'n 15 van deze jongens geweren te vinden. Goed voorbeeld vandoorgebruik van oude NL geweren. Oorspronkelijk vuursteen M.1851. Na 1841 getransformeerd naar percussie. Na 1870 naar de Landstorm (Schutterij kolfmerk LN) en dan ingekort tot 115cm naar de jongens van het Gereformeerd Burgerweeshuis in Rotterdam voor exercitiedoeleinden.
Militair Exercitie school onderwijs! Het was in het begin van de tweede helft van de 19e eeuw maatschappelijk geaccepteerd.
Prent 1864.
Ze zijn divers gemerkt. Het exemplaar op deze foto. Op slotplaat gekroonde "H 25" of "H 26", op haan gekroonde "D", op
staart ingegraveerd "1815", kamer achteraan ingeslagen "38", voorste
cordonbeugel ingeslagen ovaal merk onleesbaar, boven voorste
draagbandring ingeslagen ovaal "J", op achterste cordonbeugel ingeslagen
ovaal onleesbaar, op slottegenplaat ingeslagen merk onleesbaar, op kolf
cirkelvormige ingebrand merk in het midden "GH", bovenrand "DELFT",
onderrand "1843", zelfde locatie op kolf ingekerfd "LN".Na afdanking van de wapens in het leger bij de schutterijen in gebruik
tot omstreeks 1870. Daarna bij de jongens van het Gereformeerd
Burgerweeshuis voor exercitiedoeleinden.
Beaumont Kadet en Pupil. M.1878.
Hier komen aan we langzaam aan delaaste officiele reglementaire militaire vuurwapens voor kinderen in Nederland. De vuursteen en percussie periode is voorbij. Het Beaumont grendelgeweer voor Kadetten en Pupillen. Voor Nederlands infanterie gebruik. De Marine en het KNIL hadden hun eigen uitvoeringen.Daarvan zijn nu nog geen exemplaren bekend.
Martens en de Vries geven in het boek NEDERLANDSE VUURWAPENS 1866-1895 een uitgebreide informatie op Blz. 148.
Gemaakt bij de geweerwinkel in Delft Daar zouden er 535 gemaakt zijn tussen 1878 en 1881. Er zijn ook KSO (Kamer schietoefeningen) uitvoeringen gemaakt. Daarvan is een exempleer mij bekend.
Op de foto hieronder zijn de maatverschillen goed te zien.
Eenvoudig herkenbaar aan de letter K van Kadet en P van Pupil gestempeld bovenop de kamer.
Deze kleine geweren hebben dan weer alles te maken met de Pupillenschool Nieuwersluis.
Ook in de landen om ons heen loopt het reglementaire kindergeweer op zijn laatste benen. Zwitserland is er heel goed in. Elke stad en kanton hebben wel hun jeugd pelotons.
De Vetterli M. 1870. Er zouden zo'n 5000 stuks gemaakt zijn.
De Smidt Rubin M. 1897 7900 stuks.
De Fransen hun Scolaire geweer 1881 Model Gras in heel veel variaties.
USA Civil War 1861-1865. SPRINGFIELD.
Lang 107cm. Loop 67cm.
Een korte uitvoering van het standaar model Springfield M.1861-63 waarvan de normale lengte 142cm is. Karabijn of kinder (Cadetten) geweer? Herkomst NL verzamelaar.
.
Op het slot 1864 U (Arend) S Amoskeag Mfg Co Manchester NH. Een van de onderaannemers.
Hij wordt hier vermeld vanwege zijn bijzonder korte uitvoering van 107cm.
Over het Sprinfield geweer en over Amoskeag is heel veel te vinden op het internet maar niets over Karabijnen of kinder geweren geleverd door Springfield of een van zijn onderaannemers.
Het geweer klopt op alle onderdelen en zal dus waarschijnlijk ooit gekort zijn. Hoe dan ook, een mooi stukje geschiedenis.
Jachtgeweer 2e helft 18e eeuw Christian Lohr Berlin. 85cm.
Lang 85cm. Loop 54cm. Kaliber 14mm. Het zal speciaal voor de opdrachtgever gemaakt zijn wat betekend, een uniek stukje.
Het zoontje van de Koning, de Prins, Baron, Graaf of wat er maar omheen loopt of aanhangt, er wordt gejaagd. Kinderen worden in de 18e eeuw meestal gekleed als volwassenen en zo'n jochie, net 5 jaar, zal dan wel niet schieten maar als toeschouwer met Moeder en de andere Dames op het terras of in de tuin van het jachtslot, is hij er helemaal in vol ornaat bij.
De slotplaat is gesigneerd met de naam van de maker. Lastig, niet duidelijk leesbaar maar volgens mij staat er C Lohr à Berlin.
In Heer Der Neue Stockel wordt vermeld op blz. 694 Leer (Lehr of Lohr) Christian Ernst Berlin bekend uit de periode 1761-1778.
Kolf met wangplaat, messing tegenplaat en kolfkap. Beide ongedecoreerd.
Misschien om mee te spelen maar duidelijk geen speelgoed. Een verkleinde uitvoering van een jachtgeweer of Jager buks gemaakt door een professionele geweermaker.
Leuk op de foto maar in je handen kan je pas echt zien hoe klein en mooi dit stukje historie is.
Op een schilderij uit 1775 ziet het er zo uit.
1740 Of eerder. luxe jachtgeweer 110cm. Maker op de slotplaat Rene Guillard a Paris.
In Stockel Rene Guillard Paris wordt vermeld, 1737-1739 als gildelid.
Met zilver beslag, deels met keuren en gedecoreerde loop.Het geweertje is van de hoogste kwaliteit en was ook al kostbaar in 1740. Dat konden maar weinig mensen zich veroorloven.
Lang, 110cm. Loop 74cm. Kaliber 14mm. Een standaard jachtgeweer gaat in die tijd al gauw naar de 150cm.
Op de slotplaat Guillard a Paris. Stockel vermeld, Gildelid 1737-39
Is het model, de decoratie van het hout, het slot en het beslag correct rond 1740 of eerder, vraagt de loop meer onderzoek. Boven op deze extreem luxe loop staat
HORATIO SIMIONE (SIMEONE) Het zal de maker zijn.
Stockel vermeld een SIMONE uit het plaatsje Monale (zo'n 35km. ten oosten van Turijn) Piemonte ca. 1690. In de Franse regio Alpes Maritimes (Monaco) grenzend aan Italie komt de naam Horatio Simione rond 1700 een aantal keren voor. Het blijft schieten in het duister.
Deze vorm en het type signering doen sterk denken aan LAZARINO COMINAZO. Dan gaat het om de hele 17e eeuw en vroeger waarbij aangenomen wordt dat deze signering ook door andere (vals) gebruikt werd. Onzekerheid alom.
Bij Visser Part 2 Blz.474 wordt een pisttooltje getoond met ivoren kolfje en een loop met vergelijkbare chevron decoratie. De loop zou Italiaans zijn uit het midden van de 17e eeuw.
Van der Sloot noemt het een kinderpistool.
Hoe dan ook, zo'n luxe geweertje (met Italiaanse loop) in deze kostbare kwaliteit dan denk je al gauw aan een Prinsen of Koningskind.
Een Zwitser van Belgisch fabricaat.
Hier in vergelijking met een Nederland Vuursteengeweer M.1815 van 146,5cm lang.
Het kantonnale Vuursteen kadettengeweer M 1817 is 114,3cm lang met een loop van 81,4cm Kaliber 15mm.
Onder verzamelaars staan Zwitserse wapens bekend als kwaliteit en vaak in zeer goede conditie.
De Zwitser als militair had zijn wapen thuis.
Op de slotplaat de leverancier en fabrikant P.J.Malherbe à Liége.
Dat staat voor de fabrikant Pierre Joseph Malherbedi Goffotaine. In 1822 verwerft hij de oude wapenfabriek van Jean Jacques Gosuin. In 1830 wordt het Malherbe & Cie.
Het geweer is gelijk de NL M1815 vrijwel identiek aan de Franse M.1777.
Malherbe is ook een grote leverancier aan Nederland.
Voor en achterkant.
Conclusie, dit geweer zal aan een van de onafhankelijke kantons (27) in Zwitserland geleverd zijn in de periode 1822-1830. Samen met Beuret freres is Malherbe daar in Zwitserland de belangrijkste leverancier van wapens.
Er zij vele keuren op het wapen. Natuurlijk de ELG in ovaal. Boven op de loop enige resten van het wapen van het Kanton. Niet meer te ontcijferen.
Als de vuursteen vervangen wordt door percussie komt de M.1842.
Boven, lang 116,5cm Loop 80,5cm. Kaliber 14mm.
Onder. Lang 113,5cm. Loop 81cm. Kaliber 14mm.
Al het beslag is in messing. Het langste exemplaar (boven) met wangholte en iets slankere kolf.
Beide hebben de gebruikelijke ELG keur op de loop.
De 113,5cm. is op de slotplaat gesigneerd Beuret Frères. (1839-1879).
In de jaren 1830-1874 zijn er in Zwitserland met zijn 27 kantons ca 100 korpsen wat zich vermeerderd na 1874 tot 150.
Deze kadettengeweren worden opgevolgd door de Vetterli in 1870 en de Schmidt-Rubin (1889) in 1897.
Op het internet gevonden een exemplaar van 100cm. Beuret freres a Liege. Kolf zonder wangholte.
Het Franse (Fusil) Scolaire geweer. 1880-1892.
Bataljons op school
Terwijl
schoolbataljons in Frankrijk werden ingesteld bij het decreet van 6
juli 1882, bevestigde het alleen een praktijk die zich sinds het einde
van de oorlog van 1870 steeds meer in het land had verspreid. Veel
gemeenten hebben al de praktijk van gymnastiek en militaire oefeningen
ontwikkeld in hun primaire of middelbare onderwijsinstellingen.De
nederlaag van Frankrijk in 1871 en het verlies van de Elzas en
Lotharingen leidden tot een sterk gevoel van wraak. Het land is er kapot
van en het leger heeft veel van zijn geloofwaardigheid verloren. Maar
de inspanningen van de regering om het militaire potentieel van het land
te herstellen, worden aangevuld met tal van particuliere initiatieven,
die als enige doel zijn om de vlam van de bataljons hoop, die tijdens de
Franse Revolutie ontstond, nieuw leven in te blazen. De generatie van
de overwonnenen wil in toekomstige generaties het heilige vuur dat zo
heeft verlangd naar de soldaten die in Sedan en Parijs zijn verslagen,
nieuw leven inwekt. De hoop op wraak is van de kinderen en volwassenen
hebben nu de plicht om jongeren voor te bereiden op het volgende
conflict dat Frankrijk zal eren.De
wet van 1882, die veel artikelen bevat, voorziet in voorbereiding van
de basisschool om kinderen vanaf twaalf jaar op te nemen in
schoolbataljons. Deze bataljons zijn op een militaire manier
georganiseerd.
Met zijn vele variaties al een specifiek verzamelobject op zich en een goed voorbeeld van de tijdgeest na de Frans Duitse oorlog van 1870-1871 en het einde van Napoleon lll.
Het is een lang en politiek verhaal waarover U heel veel kunt vinden op het internet. Hoe dan ook voor de historische wapenverzamelaar een bijzonder en nog betaalbaar onderwerp.
De variatie is groot. Vaak alleen geschikt voor exercitie, soms voor schieten.
Het wordt een verplichting voor (lagere) openbare scholen en dan begint het bij de jongste kinderen met een houten geweertje.
Leuk bedacht door de patriottistische bewindvoerders maar het houdt geen stand. Op zijn top in 1886 zijn er 146 Bataljons met ruim 43000 leden.
Uniform
is geen verplichting, maar het dragen van de laatste wordt sterk
aangemoedigd door de burgemeesters van grote agglomeraties.
Zijn het hierboven de kinderen van het volk, Bij de elite worden de jongetjes ook volop voorbereid voor het militaire leven. Hier Alexis, (1904-1918) zoon van Tsaar Nicolaas II van Rusland volledig gekleed in traditioneel Uniform.
Rond 1825 zijn er nog geen foto's. De 3 zonen van Willem II Erfprins en later Koning van Nederland.
Op dit miniatuur portret uit 1825, in het bezit van de Stichting Historische verzamelingen van het huis Oranje Nassau, de 3 zonen van Koning Willem ll. Willem,19-2-1817. Frederik 13-6-1820 en Alexander 2-8-1818. In uniform met vuurwapen en sabel
Percussie kinder geweren
Foto Hamburg 1875
Bijna speelgoed maar wel tot vuren bereid met hun officiele keuren. Niet Militair.
Ik vind het een duidelijk tijdsbeeld. Ook de kinderen van de wat meer welgestelde burger mogen echt schieten. Niet voor Jan met de pet natuurlijk. Die kwam niet verder dan werken, werken voor een schamel inkomen.
Periode 1870-1920.
Van boven naar beneden. No.1 Lang 100cm. Loop 60cm. Kaliber 11mm. Met Luikse keur.
2. Lang 104cm. Loop 65,5cm. Kaliber 13mm. Franse St.Etienne keur.
3. Lang 96,5cm. Loop 60,5cm. Kaliber 11,5mm. Luikse keuren.
De andere zijde. 1. Kolf met messing kolfvakje, de deksel als schelp. 2. Hier op de kolf een roset.
Bij No.1gaan we richting 1920-25.
De afwerking is goedkoop. Glaude Gaier benoemt ze - voor de export Zuid Amerika-
No.3. Daar is veel meer te zien. Vind ik de ster op de kolf behoorlijk kitscherig aandoen, ze zullen het toen wel mooi gevonden hebben, is dit geweerje ook royaal gedecoreerd in houtsnijwerk en gravering.
De loop heeft een damast decor en een naam.Jean Verhaegen. Het zal de naam van het jongetje zijn. O ja. Wie maakte zo'n ding? Jan met de pet natuurlijk. De arbeiders van de geweerfabrieken in Luik. Het jongetje zal wel een rijkeluis kind geweest zijn.
Sabels in kindermaat.
En dan beginnen we bij de elite. Voorbeelden zijn er te vinden in Musea en privé collecties.
Soms en dat is natuurlijk het mooiste, is de herkomst bekend. Meestal niet en dan kunnen plaatjes helpen.
Dit anonieme schilderij 97,5x75cm. toont Jozsef Károlyi graaf van de departementen Békés en Szatmár. (1768-1803) Hongarije.
Het schilderij bevind zich in het Hongaars Nationaal Museum en is afgebeeld in het boek Hongaarse Wapenpraal Blz. 53.
In 2009 koop ik op een Antiek en Curiosa markt, een van de laatste op het Veemarktterrein in Utrecht deze kindersabel.
Lang 80cm. Kling 68,5cm x 1,8cm. Pijlhoogte (Kromming) 3,5cm. Schede 73cm. De handelaar is gespecialiseerd in vreemde (curieuze) dingen waarbij mijn amateuristische indruk is, veelal uit Indonesië. Maar goed, bladerend door boeken kom ik het bovenstaande plaatje tegen. Het zal hem toch niet zijn? Hij lijkt er wel op al ziet het sabeltje er op het schilderij zilverkleurig uit. Bij nadere bestudering met vergrootglas denk ik minimale sporen te zien van resten verzilvering. Het klingetje is super scherp en lijkt wel van Damast. Klopt dat allemaal is er wel hevig aan gepoetst.
De stijl klopt ook in samenspraak met het schilderij. Rond 1777. Het manneke is aan de macht gekomen op negenjarige leeftijd als Graaf (Comtes) van het Departement Békés. Gepoederde pruik volgens de West Europese mode. De kleding traditioneel Hongaars in haar versieringen maar internationaal van snit. Het sabel in de toen reeds erg modieuze Rococo motieven.
Houten schede met rode (verschoten) velours stof bekleed.
Hieronder, geplukt van een Duitse verkoopsite. Niet identiek maar wel heel goed vergelijkbaar.
Maten niet bekend.
Gevest en schedebanden in Rococo.
Lederen schede.
Op de kling gegraveerd FRINCIA waarvan de betekenis niet duidelijk is. Daarover is volop discussie te vinden op Vikingsword.com
Wordt in het algemeen als Hongaars betiteld.
Spannend en het blijft puzzelen. Hoe komt zoiets in Utrecht terecht? Is de wens de Vader van de gedachte? Ach je weet maar nooit hoe het nu verder gaat. Hopen op meer puzzelstukjes.
Patriottentijd. 1780-1787.
Er zijn van die periodes dat "TE WAPEN" een kreet van belang wordt. De Patriottentijd is een goed voorbeeld.
Geeft een mooie beschrijving van een Jonkercompagnie uit de Patriottentijd.
Hij heeft het verhaal in 1858 gekregen van een dan niet met name genoemde 84 jarige. Dus geboren in 1774.
In juni 1780 (6 jaar) gaat hij naar een kostschool nabij of in de Korte Nieuwstraat in Utrecht.
Komt bij de patriotten in een jongerencompagnie. Klimt daar op tot Luitenant.
De jongerencompagnie was vrij goed uitgerust en merendeels van Kadettengeweren voorzien.Hij noemt het ook wel dit korps Lilliputters.
De Schoolmeester was Onderofficier bij een van de Patriotten korpsen.
Met
Tamboers voorop en vaandel trekken zij af en toe de stad in naar het
plein nabij het Bisschopshof waar enkele manoeuvres werden uitgevoerd.
1780-1787 dan is het jochie 6 tot 12 jaar. De geweertjes moeten wel klein geweest zijn.
Meer lezen in mijn Blog,
Utrechtse Patriotten 1783-1795 en als Vluchtelingen in Noord Frankrijk.
Drie sabels in verschillende maten. V.b.n.b. 1. Burgerweer Utrecht Lang 64,5cm. Kling 52,2 x 3,2cm. Schede 54cm. Op de kling gegraveerd het wapen van Utrecht 1787 en een grote H wat staat voor de wijk Handvoetboog wat door Napoleon wijk C wordt.
2. Lang 57cm. Kling 45,5 x 2,8cm. Schede 46cm. Kling zonder decoratie.
3. Lang 55,5cm. Kling 44,7 x 2,2cm. Schede 46,5cm.
Ook de gevesten worden kleiner.
Het zal met de leeftijd van de drager te maken hebben. 1.de volwassen maat. 2 de jongeling. 3 de kindermaat.
Eigenlijk ziet U ook twee variaties in vormgeving. Een zijbeugel, 2 zijbeugels. Met ronde eindknop of platte afronding van de pareerstang.
Het kindermaatje Lang 55,5cm. Kling 44.7cm.
Periode 1810-1830.
Kindersabeltje ruiters rond 1790-1810.
Om het maatverschil goed te laten zien hier met een sabel is van het type Lichte Cavalerie AN XI = 1803. Manschappen.Lang 106cm Kling 91,4cm breed 3,5cm pijlhoogte 3cm. Schede 95cm.
Sabeltje lang 74cm. Kling 62cm X 3cm. Pijlhoogte (buiging) 4,5cm. Schede 68cm. Herkomst handel Frankrijk. Het model doet sterk denken aan het Franse Husaren sabel model 1776-1802 en zou heel goed uit de revolutietijd kunnen zijn.
Ijzeren kling, lichte kleur messing gevest en schede beslag. waarop minimale sporen van vergulding.
Geen merken of nummers.
Verrassend goed het gevest.
Ruim 200 jaar oud en dan kan je geen nieuwstaat verwachten. De schede is er slecht aan toe met reparaties en deuken. De kling gevlekt.
Het grote sabel is van het type Lichte Cavalerie AN XI = 1803. Manschappen.
Lang 106cm Kling 91,4cm breed 3,5cm pijlhoogte 3cm. Schede 95cm.
Op de klingrug. Manufacture de Solingen.
De schede sleepplaat is gemerkt JS onder sterretje wat wordt toegeschreven aan Johan Schimmelbusch (1741-1816 ).
Op de greep ontbreekt de doorn met de koperen ovale plaatjes zoals bij de Franse versie.
Conclusie, Sabel uit de tijd van het Koninkrijk Holland 1806-1810 Lodewijk Napoleon. Mede in dienst bij en later doorgedragen door de Gendarmerie en Marechaussee.
De kindersabels worden hieronder beschreven.
Model AN XI voor een kind.
Maten van dit Kindersabeltje, Lang 56cm. Kling met graveringen 46,5cm. breed 18mm. Pijlhoogte 35mm.
Schede ijzer met 2 messing banden met ringen.48cm.
De greep van het gevest is bekleed met roggehuid (stukjes ontbreken). Omwikkeld met 2 getwiste rood koperen draden.
Bij aankoop is het sabeltje ontzettend vuil, uit model en de schede zwart geverfd. Wel compleet al ontbreken er een paar kleine stukjes van de Roggehuid greep. Herkomst Frankrijk.
In model gebracht en schoongemaakt.
Op de rug van de kling de Solinger blattmarke. Op het ricasso de W van Weijersberg. en op de angel de gekroonde koningskop. Dit merk koopt Peter weijersberg in 1774 van PeterWundes
De familie Weijersberg wordt eind 16e eeuw al genoemd als zwaardvegers.
In 1883 wordt het Weijersberg & Kirschbaum. Dan komt de koningskop naast de Ridderhelm en is het WK&C
Hierboven de W op het ricasso.
Links, wel wat versleten de gravering.
Conclusie, Kindersabeltje uit de periode 1810-1830
Uit mondelinge overlevering, afkomstig uit het Kasteel De Donnea. Belgisch Limburg.
Stukje Historie.
Een voorloper van dit kasteel bestond al in de 18e eeuw. In 1801-1802
werd het huidige woonhuis gebouwd. Het ligt centraal in het
symmetrische, U-vormige complex, gekenmerkt door een Franse bouwstijl en
mansardedaken. De zijvleugels zijn dienstgebouwen, eveneens onder
mansardedaken die wellicht nog uit de 18e eeuw stammen. Feitelijk kijkt
men, vanaf de hoofdweg, tegen de achterkant van het kasteel aan. Het kasteel ligt met de achterkant tegen de huidige steenweg. De
vroegere verbindingsweg tussen Tongeren en Hasselt liep. Het zou voor het eerst
bewoond zijn door baron de Preston. Zijn dochter huwde met graaf Jean de
Renesse, gouverneur van Limburg van 1919 tot 1928. Hij verbleef te
Guigoven tot in 1884, waarna het kasteel tot in 1905 bewoond werd door
de familie Vincent de Kerckhove. Vanaf 1905 wordt het bewoond door de
familie de Donnea. In 1914 werd het kasteel geplunderd.
Ik begin over dit sabeltje met de kop - Luxer maar minder oud -.
Luxer zeker met zijn gedecoreerde beugels en zijplaat van het gevest.
Ook de messing schede heeft extra luxe schedebanden.
De kling heeft nog wat resten van blauwing met een streepje verguldsel onder de zijplaten maar is toch van een veel simpeler kwaliteit dan de Soliger kling van Weijersberg.
Conclusie, geschat periode 1830-1840.
Het begint al iets meer op speelgoed te lijken. Een identiek sabeltje maar dan met een metalen schede wordt op een veiling betiteld als uit de Empire tijd.
En hieronder met een ander gevest.
Dan ga je denken aan een productie in aantallen (Speelgoed?) en wordt het jaar veel later. Hoe dan ook het is een fraai stuk.
Kindersabeltje 1810-1830. Lang 60cm. Kling 48,5cm.X1.7cm. Pijlhoogte 2,5cm. Schede 49cm. Bijzonder is dat dit sabeltje een gevest heeft van een degen. Hij is wel geretaureed. Bij aankoop ontbraken de greepplaatjes en was er een restant bij van 30cm. van de bovenzijde van een messing schede. Die is vervangen door leer met gebruik van de originele schedebanden. het voetje is nieuw. Geen merken of nummers. Herkomst Frankrijk.
Nederlands Cavalerie M.1895 Officier.
Een kindermaat. Lang 65cm. Kling 54,5 x 1,7cm. Schede 56,5cm.
Als maatvergelijking daarnaast, Lang 98cm. Kling 84,5cm. Op de kom PB X = Paku Buono de 10e van Soerakarta.
De kindersabel komt uit de familie P.(Pieter) Forbes Wels 1896-1974 en waarschijnlijk bestemd voor een van zijn kinderen. Vader Forbes Wels is Hoofd Officier en Cavalerist.
Zie ook mijn Blog; Nederlandse MARINE sabels, degens en ponjaards.
Uit dezelfde bron is nog een exemplaar bekend.
Het afgebeelde exemplaar heeft een Frans type ongedecoreerde kling met een midden geul. Gestempeld WK&C. De andere een geëtste kling. Beide klingen zijn recht en dat hoort eigenlijk niet maar ja, hoeveel of hoe weinig zullen ervan gemaakt zijn en dan worden er compromissen gesloten.
Datering 1935-1940.
De Solinger firma WK&C is een samenvoeging van Weyersberg (Merk koningskop) en Kirschbaum (Merk ridderhelm) in 1883. De firma bestaat nog steeds en maakt/verkoopt vele soorten sabels via hun website.
Nederlands Infanterie M.1912.
Als vergelijk, het standaard Officierssabel M.1912 lang 102cm. De kindermaat lang 68cm. Kling 57cm. Breed 1.5cm de schede 58,5cm.
Herkomst 2024 Nederlandse Antiekwinkel Amsterdam.
Het messing vergulde gevest met bruin leer bekleed waarin een getwiste (zilveren?) draad.
Voor mij een verassende vondst en nu verzamel ik toch al een tijdje maar nooit eerder gezien.
Gemaakt tussen 1912 en 1925.
Waar was dit sabeltje voor bedoeld. Veel zullen er niet gemaakt zijn.
Bedoeld voor een Officierskind? Bedoeld voor de Fabrikantsvertegenwoordiger? Hoefde hij niet zoveel mee te sjouwen. Bedoeld en passend bij de (verkleinde) etalagepop om een compleet model Infanterie Officiers uniform te showen? Dit lijkt mij het meest aannemelijk in de winkel bij de uniformen leverancier. In zijn etalage of bij de toonbank. Nu nog een foto vinden waarop zoiets te zien is.
Op de kling het leveranciersmerk van FRANS PAUWELS s GRAVENHAGE
De firma PAUWELS Hoedenmakers en militaire goederen.
Teksten overgenomen van Metaaldecteren.nl
Het begint bij de hoedenmaker Wilhelmus Pauwels
(1765/1766-1831). Samen met zijn zoon Johannes Theodorus
(Willemszoon) Pauwels (1793-1863) heeft hij het bedrijf Willem Pauwels
en zoon.
Willem Pauwels was in 1804 al tijdens de Bataafse
republiek al actief als hoedenmaker voor het leger. Aan wordt genomen dat
nadat de Fransen het land verlieten het nieuwe leger in 1814 hem een
zakelijke kans bood. Wellicht is hij toen met zijn zoon Johannes is
begonnen.
In de krant komen we deze bedrijfsnaam tegen in 1814 in Den Haag.
Willem Pauwels en zoon – ’s gravenhaagsche courant 1814
In een adresboek uit 1815 blijkt dat Willem Pauwels op Westeinde 317 in Den Haag zit.
In 1831 overlijdt Willem (Dagblad van ’s Gravenhage 1831) Pauwels en gaat het bedrijf door onder dezelfde naam.
Zoon Johannes Theodorus (1793-1863) heeft heel veel kinderen. Twee ervan komen in het bedrijf werken namelijk:Wilhelmus Franciscus Johannes Pauwels (1821-1874) en Franciscus Wilhelmus Pauwels (1837-1891) roepnaam Frans
In
1864 wordt de samenwerking tussen Willem (W.F.J.) en zijn broer Frans
(F.W.) Pauwels ontbonden. Willem gaat alleen verder met het bedrijf
onder dezelfde naam. Frans begint een eigen bedrijf “Frans Pauwels” (zie
hieronder).
In 1874 overlijdt Willem Pauwels en wordt de firma overgenomen door zijn broer Frans.
Het wordt FRANS PAUWELS. Alleen tijdens en voor de liquidatie wordt nog de naam Willem Pauwels en zoon gehanteerd.
In
In 1885 zien we dat ook F.W. Pauwels in het bedrijf werkt.
In 1891 overlijdt Frans (F.W.)
Ergens in de periode 1874-1891 is hij ook een samenwerking aangegaan met M. Pauwels (kind?).
In 1926 kunnen we lezen dat F. Pauwels Failliet is gegaan (in 1925).
Omstreeks 1910-1930 3 mannekes uit Belgie in vol ornaat. Drie maten sabel.
Maar ook in Nederland worden er statige cabinetfoto's gemaakt. In 1910 staan hier Vader (Kapitein) en zoon prachtig in hun uniform (pje) met sabel van het Infanterie model M. 1897.
Vuursteen geweren periode 1760 - 1790.
Alle geweren hebben de loop bevestigd met de in in Nederland in 1755 ingevoerde ladenbanden in plaats van stiften.
Van boven naar beneden. No 1.
Lang 146cm loop 100,7 cm kaliber 18mm. Op de kolfplaat 228 In het slot HL. Waarschijnlijk Hermanus van der Lande. Hij doet zijn meesterproef bij het Amsterdamse Smidsgilde op 5 november 1785. Woont in de Kalverstraat en later in de Pieter Jacobdwarsstraat. Het lijkt er op dat hij tot de Patriotten behoorde en in 1787 gevlucht is naar België. Woont 1788-1796 in Brussel. Vraagt in 1796 samen met een aantal andere uitgewekenen om pensioen.
Boven op de loop restanten van het Amsterdam merk.
Geweer 2. Lang 132cm. loop 93,5cm kaliber 16mm. Sergeanten geweer?
Het geweer is iets korter, iets lichter gebouwd en een kleiner kaliber. Heeft 3 ladebanden. Op de slotplaat zijn nog resten van de keur ID = Jean Dusseau - Kuilenburg.
Jean Dusseau (1721-1777) Directeur en eigenaar van de Culemborgse geweerfabriek van 1759 tot 1777.
De zijplaat met de uitstulping (druppel) bij de voorste schroef mag je typisch voor Culemborg of Nederlands noemen.
Op de bovenkant van de kolfplaat R-N-5 wat zal staan voor Regiment Nationalen Nr.5.
Deze lang doorlopende bovenkant van de kolfplaat vind ik ook typisch Nederlands.
In het Staatse leger worden de regimenten genoemd naar hun eigenaar of commandant. Tussen 1790-1795 vind ik een regiment Nationalen Nr.4. Maar er is meer. Van 18januari 1777 is er een contract van de Grenadiers met de Culemborgse geweerfabriek, Jean Dusseau, Hier wordt gesproken over R-N-21. 2 geweren voor Sergeanten en 3 voor Officieren. Manschappen 44 stuks per Compagnie gemerkt met de letter J.K.L.M.N.O. waarachter het wapennummer 1 t/m 44.
Conclusie, Geweer van de geweerfabriek in Culemborg. Gemaakt voor 1778 en bestemd voor een Sergeant of Officier. Wie heeft hier ideeën over?
Extra.
Nieuwe ontdekking en sinds augustus 2023 in een Nederlandse collectie.
Het onderste geweer op de foto. Lang 117,5cm. Loop 80,4cm. Kaliber 16mm.
Om het maatverschil goed te laten zien heb ik hier hetzelfde geweer van 146cm. lang van Hermanus van de Lande (foto's hierboven) gebruikt.
Altijd mooi als een historisch stuk weer thuiskomt. Ditmaal afkomstig uit Duitsland omgeving Stuttgart.
Lang 117,5cm. en alles goed in verhouding maar hoe nu te plaatsen? Hierboven besproken een Sergeanten geweer (lichtere uitvoering) van 132cm. Hieronder Kadetten of Pupillen geweren van ca. 100 tot 110cm.
Vaststaat dat er Jongelieden zoals genoemd in een contract van de Culemborgse Geweerfabriek uit 1785, aanwezig waren in de Regimenten. Denk ik toch, een Kadettengeweer.
Dat het een Nederlands geweer is duidelijk Het model voldoet volledig aan de toen gebruikelijke term, naar model.
Een vlak slot (de haan mogelijk ooit vervangen?) komt vaker voor en plaats ik rond 1780.
Er zijn geen namen, nummers of keuren te ontdekken met uitzondering van J D aan de binnenzijde van het slot.
Die letters J D worden ook vermeld in het boek The Visser Collection volume 1 Part 2 Blz.432. Een VOC pistool ca.1780 door Thone Amsterdam.
De kolfplaat en dat is uitzonderlijk, heeft slechts 2 schroeven. 1 achter en 1 boven.
Het geweer is niet in een hele goede conditie. Er is ooit wel eens het e.e.a. aan gerommeld, schoongemaakt, hersteld of hoe je het maar noemen wilt. De laadstok is zeker niet correct. Verder heb ik de indruk dat alles keurig origineel is en bij elkaar hoort al wordt ik van het zwart maken van het hout niet zo heel gelukkig dus dat maar opgelost.
Opgelost en het zwart verwijderd. Het is een keuze wat in strijd is met de mening, niets aan. veranderen. Zelf vind ik dat zwart maken van antieke wapens typisch iets uit de jaren 1900-1930.
Daarbij is in de lade een stukje papier geplakt met oud Duitse Gotische tekst.
Voorbeeld.
Dat suggereert, samen met de aankoop uit Duitsland, de reparaties en het zwarten dat het geweer jarenlang in een Duitse collectie heeft gezeten.
Niet in een heel goede conditie. Er is een reparatie aan de staart v.d. Trekkerbeugel en het hout aan een zijde van de loopstaart. Reparatie van de haanhals.
Zo'n 13cm.van de loopmonding (vreemde plaats) staan deze letters ingegraveerd op de zijkant v.d. loop met daartussen een stadswapen of is het een gekroonde S? Dat merken bij de loopmonding lijkt vaker voor te komen. Ook bekend op een Jagergeweer met boven op de loop bij het slot een keur van Amsterdam. Opde slotplaat C.Niquet a Liege. Rond 1800. De in die periode geleverde wapens door luikse wapenmakers, Luik is dan onder Frans bestuur, en in principe mag er alleen voor de Fransen geproduceerd worden. Niet voor het buitenland.
De Bataafse Republiek een (vrije) satelietstaat dat mag met verunning wel.
In1785 worden er verzonden van de Culemborgse geweerfabriek naar Rotterdam en bestemd voor het 2e bataljon van het Regiment Prins van Holstein Gottorp 124 geweren waarbij is aangebracht een 2e loopbandveer vergelijkbaar met de eerste loopbandveer. Plus 2 voor grenadiers Sergeanten wat lichter en netter en 28 mede wat lichter voor de jongelieden van de Compagnie = 2 per compagnie.
Op de duimplaat R.No. 5 + letter v.d.Compagnie + nummer.
Ook in 1785 voor Regiment Oranje Stad en Lande Drenthe te leveren in Amsterdam 138 geweren naar model. Loop (kaliber) 12.1/2 pond. 2 Cadets, 3 Sergeants.
M.1777 Corrige van 109cm.
Als maat vergelijk hier op de foto met het hierboven besproken geweer. Lang 109cm. Loop 75cm. Kaliber 12,5cm. Bijna volledig van het type M.1777 Corrige (1803) maar dan wel met messing beslag. Het lijkt erop dat messing beslag bij deze kindergeweren het meest gebruikelijk is. Voorste en 2e loopband met veer. Derde zonder. Geen pompstokveer.
Het slot met de schuinstaande messing pan en een ringhaan.
Haakt 2 x in om te vuren.
De kolf met waangholte. Kolfplaat met 2 schroeven waarvan 1x bovenop en 1x achterzijde.
Opvallend is de goede kwliteit in onberoerde staat. Geen roest of pitting en nergens geschuurd. Wel met een fantastisch leeftijds patina. Het lichtere gewicht, de slankere lade en het kleine kaliber. De herkomst is tussen Munchen en de grens met Oostenrijk. Fabrikant en land van fabrikage onbekend. Er zijn geen namen of keuren met uitzondering op de bovenkant v.d. kolfplaat A.Perier wat ik inschat als een eigenaars naam. Onberoerd in deze kwaliteit, hij moet wel erg netjes in een droge opslag of verzameling gezeten hebben.
Een echte 1777 voor een pupil. Hier alles in ijzer gemonteerd.
Lang 107cm. Loop 71cm. Kaliber 12mm.
De conditie is flink schoongemaakt met hier en daar resten van pitting. Jammer? Ach er is vaak niet aan te ontkomen. Alles is wel origineel.
Er zijn geen merken of keuren wat niet ongewoon is voor een wapen gemaakt in Charleville. In het bijzonder voor prive orders en kleine bestellingen voor wapens niet besteld voor het leger is dit normaal.
Het slot met een rechtstaande messing pan.
Bijzonder is wel de signering op de slotplaat. Moeilijk te lezen.
Met wat puzzelen denk ik dat hier staat,
DESROUSSEAUX Entr.p. de la Manufact.r De Charleville.
De wapenproductie in Charleville is altijd vol moeilijkheden geweest.Begonnen in de 17e eeuw blijft het toch een beetje sukkelen. Ook de nabijheid van de Beligische grens werkt vaak niet positief. Jean Gosin is de directeur van 1794-1801. Gaat dan naar Luik. In 1823 wordt de fabriek verpacht aan Louis Philippe Desrousseaux. (1785-1875) In 1836 wordt de fabriek opgeheven. Philipe Desrousseaux is een ondernemer. Zo neemt hij in 1808 de leiding van zijn Vader over van de Glasfabriek in Montherme. Voor de wapenfabricage heeft hij zijn weknemers/personeel. Toch zet hij zijn naam op dit pupillengeweer.Een proefmodel als voorbeeld wat de fabriek kan maken? Relatiegeschenk? Toch een serie?
Kinder, Kadetten of pupillen geweer militair.
Op de overzicht foto de 3e van boven.
Lang 109cm. Loop 78cm. Kaliber 13,5mm. Herkomst beurs Antwerpen.
Geen merken of nummers.
Hoog van kwaliteit maar toch anders dan de andere geweren.
Hier begint de loop 8 kantig, overgaand in rond. Vlakke slotplaat met vlakke haan. De tegenplaat is vlak en mist het Hollandse (Culemborgse) druppeltje. De aan de bovenkant lang doorlopende kolfplaat is hier wel van het model maar korter. De Trekkerbeugel is ruim maar de ladebanden zijn vrijwel identiek aan de andere (Hollandse) modellen.
Keunings a Mastrich.
4e van boven op de overzichtsfoto Heeft alle kenmerken van het Hollandse model.
Lang 110cm. Loop 77cm. Kaliber 14mm.
De zijplaat ook hier met de typisch Hollandse druppel.
Op de bolle slotplaat
KEUNINGS à MASTRICH
Er zijn maar weinig gegevens bekend over Keunings.
Stockel vermeld Keunings Jr. ca. 1780
Hartmans Peter Keunings Jr. 1746-1753.
In het blad De Maasgouw uit 1895 wordt vermeld op een 18e-eeuwse degen in een museum in Brussel gesigneerd Peter Keunings de Jonge Zwaardmaker.
Zoeken naar informatie over Keunings is extra lastig omdat in de archieven de naam verschillend wordt geschreven. Coninx, Konings, Konincks etc.
Wel zijn er in collecties stukken bekend.
Op de site van het Nationaal Militair Museum worden 3 pistolen een een slot getoond van Keunings. Daarbij is een pistool extra interessant door de gravering op de trekkerbeugel, Vuursteenpistool cavalerie van het Nederlandse cavalerieregiment Rechteren, 1747-1765
Op de trekkerbeugel Comp. Ritme. G.Sloet.
Gerrit Sloet wordt al vermeld als Ritmeester bij van Rechteren in 1752.
Begin 2021 komt er op de markt dit pistool met
KEUNINGS à MAASTRICH op de slotplaat.
Op deze zijplaat staat
R T MINEURS
In slechte staat en omgebouwd naar percussie maar met de typisch Nederlandse zijplaat.
Was het pistool in slechte conditie, wat achteraf best meeviel, de nieuwe eigenaar heeft hem weer toonbaar gemaakt. Feitelijk is alleen de haan vervangen, de veel betere foto's geven een goed beeld.
Ombouw rond 1830/40 van vuursteen naar percussie vinden wij dan jammer. Toch bewijst het alleen maar dat het pistool een lange periode in gebruik is gebleven. Een puur stukje Nederlands Militaire geschiedenis.
Iets later op Catawiki verschijnt er nog een.
Kosten ruim € 2600.-- . Lastig over geld praten maar hier heeft de nieuwe eigenaar toch een uniek stuk van kwaliteit en vol geschiedenis.
Als de heren directeuren voor hun regimenten wapens bestellen wordt er meestal een voorbeeld aangeleverd. Zij zijn er vrij in bij wie al gaan de heren van de Verenigde Provinciën wel dringend adviseren dat in Culemborg te doen.
Maar ja, ze moeten het wel uit eigen zak betalen of anders gezegd, de heren zijn tevens eigenaar van het Regiment en daar worden ze voor betaald. Noem het een budget en daar moet dan alles uitkomen. Hoeveel blijft er dan voor jezelf over?
Ook de pogingen om tot eenduidige modellen en kalibers te komen lopen vaak spaak op hun, typisch Nederlandse beter weten en/of zuinigheid.
Blijkbaar heeft het toch enig succes want de 3 hier voorgestelde pistolen kan je toch van hetzelfde model noemen.
Daarbij twee stuks uit een bestelling bij KEUNINGS voor de Mineurs.
MINEURS in MAASTRICHT.
Het Korps
Ingenieurs in de Republiek was aan het einde van de
zeventiende eeuw door Menno van Coehoorn in het leven
geroepen. Van Coehoorn zelf kreeg in 1695 een aanstelling als
ingenieur generaal der fortificatiewerken en in de achttiende eeuw werd het korps
geleid door een directeur-generaal. Aan het hoofd van het in
Maastricht gelegerde onderdeel van het korps stond een directeur. Die directeur De Roy mocht in 1747 in Den Haag twaalf kurassen, bestellen. Logisch en nodig en een beetje laat. Maastricht onder vuur van de Fransen, de Mineurs moeten hun schuilplaatsen verlaten om de schade te herstellen. En ja, dan kan zo'n ijzeren borstbekleding misschien helpen.
Het is aan het eind van de Oostenrijkse successie oorlog.1740-1748.
Op 11 oktober 1746 vond nabij Luik de Slag bij Rocourt
plaats, waarbij circa 200.000 manschappen betrokken waren en die geldt
als een van de grootste veldslagen van de achttiende eeuw. Pas na deze
veldslag kreeg het Maastrichtse garnizoen de versterking waar commandant
Aylva op aangedrongen had. Met de komst van acht bataljons
Oostenrijkers telde het garnizoen ongeveer 11.000 man. Met man en macht werd getracht de verwaarloosde vestingwerken
op oorlogssterkte te brengen. In feite was de strijd bij voorbaat
verloren, hetgeen Aylva al eerder aan de stadhouder had laten weten.
Op 7 mei 1748 capituleert Maastricht voor de Fransen. Nog geen jaar later vertrokken de Franse bezetters weer. De kortstondige bezetting had geen blijvende politieke gevolgen.
Met al die strijd zullen er heel veel wapens verloren zijn gegaan. KEUNINGS krijgt werk.
Het Korps
Ingenieurs in Maastricht bleef bestaan tot de inname van de stad door de
Fransen in 1794Regiment Mineurs en
Sappeurs Generaal Majoor Du Moulin
5e van boven.
Pupillengeweer door A. Libert Amsterdam. Lang 100cm. Loop 60cm. Kaliber 14mm.
Dit geweertje is wat later in de tijd en moderner. Het Franse slot (M.1777 Corrige in 1803) is hier al gekopieerd door Libert.
Alle beslag in messing.
Shuinstaande messing pan.
Een goede kandidaat als gebruiker van dit Pupillengeweer zou de particuliere Zeevaartschool in Amsterdam zijn.
Opgericht in 1785. In 1811 sluit Napoleon de school. In 1814 wordt hij
weer geopend door Koning Willem 1. De kwekelingen zijn intern en kunnen
vanaf hun 12e jaar geplaatst worden. Het geweer is compleet en volledig origineel. Niet geschuurd of gepoetst
De eerste bekende gegevens over de herkomst, het geweer is rond 1955/60 aangekocht in een antiekzaak in Purmerend.
Geweertje 6.
Patriottentijd. 1780-1787.
Er zijn van die periodes dat "TE WAPEN" een kreet van belang wordt. De Patriottentijd is een goed voorbeeld.
Geeft een mooie beschrijving van een Jonkercompagnie uit de Patriottentijd.
Hij heeft het verhaal in 1858 gekregen van een dan niet met name genoemde 84 jarige. Dus geboren in 1774.
In juni 1780 (6 jaar) gaat hij naar een kostschool nabij of in de Korte Nieuwstraat in Utrecht.
Komt bij de patriotten in een jongerencompagnie. Klimt daar op tot Luitenant.
De jongerencompagnie was vrij goed uitgerust en merendeels van Kadettengeweren voorzien.Hij noemt het ook wel dit korps Lilliputters.
De Schoolmeester was Onderofficier bij een van de Patriotten korpsen.
Met Tamboers voorop en vaandel trekken zij af en toe de stad in naar het plein nabij het Bisschopshof waar enkele manoeuvres werden uitgevoerd.
1780-1787 dan is het jochie 6 tot 12 jaar. De geweertjes moeten wel klein geweest zijn.
Meer lezen in mijn Blog,
Utrechtse Patriotten 1783-1795 en als Vluchtelingen in Noord Frankrijk.
Om het maatverschil extra duidelijk te maken, hieronder samen met een standaard geweer uit dezelfde periode. Het is de Hollandse revolutie 1783-1787.
Het bovenste geweer; Lang 141cm. Loop 102cm. kaliber 18mm. Het slot van
het Franse type M1777 met de ringhaan. Op de slotplaat resten van
signering wat ik lees als Franck Amsterdam. In het slot IF. Op de duimplaat No.12
Het is een volledige verkleining van het standaard Hollandse model perfect in verhouding. Foto rechts het slot met een slotplaat van 9,5 x 2 cm. Ook is het goed om te letten op de in die tijd in Nederland gebruikelijke bekrompen trekkerbeugel, 23mm. vanaf het hout. Vergelijkt U het maar met Geweer no. 5.
Lang 97cm. Loop 68cm. Kaliber 13mm.
Duimplaat, zijplaat met druppel en de lange bovenzijde van de kolfplaat.
Bij een USA handelaar.
Boy’s Flintlock Musket with Bayonet,
Military School or Gift for a Wealthy Child
Lock is Signed: I. P. LAHNUS / A HARLEM Date/Period: 1790-1815
Zo omschrijft deze handelaar uit Massachusetts dit geweer. Lahnus van oorsprong Finse gebiedsnaam.
Harlem zal in New York zijn.
De maten.
Lang, 102cm. Loop 69cm. Dan is dit geweertje 5cm langer en de loop 1cm langer dan het bovenstaande geweertje van Nederlandse herkomst.
Het slot, de trekkerbeugel en de kolfplaat zijn volledig vergelijkbaar.
De ronde loopstaart, hetzelfde. Het gesneden hout om en achter de loopstaart, anders. Bij het geweertje in Nederland is dat een druppel.
De zijplaat is anders. Hier een S vorm die ook veelvuldig voorkomt op NL militaire geweren.
Geen 4 maar 3 loopbanden.
Het hele aanzien in alle details ademt Nederlands. Is Lahnus geen maker maar handelaar of eigenaar?
Hij kost in Amerika 4.850.-- US Dollar. Op 15 december 2021 is dat € 4300.--.
Uitsnede van een tekening uit1784 van een vrijkorps in Rotterdam. De kinderen staan in vol ornaat langs de kant.
Staan zij daar met hun Vader? Een Vader die zijn belangrijkheid en
status wil tonen door zijn kinderen ook in vol ornaat (uniform) mee te
nemen naar deze parade.
Heeft het rechtse jongetje zijn geweer geschouderd over de linker
schouder en het linkse manneke het geweer aan de riem over zijn rechter
schouder?
Het lijkt er wel op.
Geen maker maar handelaar of eigenaar?
Aan het einde van 2022 worden op een veiling in Ierland geweren verkocht. Drie daarvan komen naar Nederland.
Twee van het NL koloniale model.
De bovenste heeft op de kolf ingebrand OVS. wat staat voor Oranje Vrijstaat 1854-1902. De onderste is een kadetten uitvoering. Datering rond 1860.
Het 3e geweer ook een kindermaat van ca. 100cm. lang is op het slot gesigneerd,
M. Wolff à Utrecht
Lengte totaal 100cm.
Het oud hollandse vuursteenslot doet denken aan 1750-1790. Het volledige ijzeren beslag is ouderwets. Rond 1760 wordt standaard overgegaan op koper/messing.
Wel al de modernere ringhaan.
Er is geen Wolff te vinden als geweermaker maar wel als ijzer handelaar/fabrikant.
We komen dan bij Martinus Wolff geboren in Utrecht in 1737. Overl. 1797. Kind van Martinus Wolff en Cornelia Dam.
Ook wel geschreven als de Wolf.
Wolff wordt in de archieven vermeld als ijzerhandelaar en in bezit van een spijkerfabriek. Het worden/zijn schatrijke ondernemers met volop Notaris bezoek m.b.t. panden, land en nalatenschappen. Ook is er contact met Fokkenberg de ijzerhandelaar en wapenleverancier uit Utrecht.
Buiten en binnenzijde slot.
T:P,C zou zomaar Theodorus Philippi Culemborg geboren in 1735 Wandre bij luik- overleden1783 Culemborg kunnen zijn.
Een kindergeweer met een dikke kans, gemaakt in Culemborg. De Geweerfabriek daar opgericht in 1757-59. Marinus Wolff geboren in 1737 is dan niet het kind waarvoor het bestemd is. Te oud. Dan misschien voor een van zijn kinderen? Wolff komt ook niet voor op de lijsten van St.Eloy de Utrechtse smedengilde. Dus toch geen Smit, wel handelaar. Het model is compleet Militair oud Nederlands. De schatrijke familie Wolff kon zich wel iets luxer permitteren. Een presentatie of proefmodel? Relatiegeschenk van zijn leveranciers/relaties of klanten? Heeft Wolff een poging gedaan om wapenleverancier te worden. Geleverd? Die dan wel ongesigneerd want er is geen 2e exemplaar bekend.
Wel bekend is een sabel(tje) met de tekst Voor Stad en Vrijheid 1787 M.Wolff en Zoon
Het blijft puzzelen.
Hoe komt zo'n geweertje in Ierland op een veiling? Wel samen met 2 kolonialen waarvan een Oranje Vrijstaat. Zuid Afrika, Nederland, Engeland. Dat zou je een richting kunnen noemen.
Degens voor Kinderen.
Op dit schilderij van omstreeks 1756 staan de kinderen van Johan Everhart Adolph Graaf van Rechteren (1714-1754) Hij trouwt als weduwnaar van Josina Elisabeth in 1746 met zijn nicht Sophia Carolina Florentina (1725-1805). Er worden 2 zoons geboren. Frederik Lodewijk Christiaan 1748-1814 en Frederik Reinhard Burchard Rudolph.1751-1842 - . Waarom er 3 kinderen op dit schilderij staan is niet helemaal duidelijk. Graaf Johan had al wel een dochter uit zijn eerste huwelijk, Josina Elisabeth 1736-1815. Mogelijk is het schilderij gemaakt na het overlijden van Vader en is zijn dochter als jong meisje mede afgebeeld. Van belang voor deze blog, alle drie dragen een borstkuras en een kinder-degen.
De naam van Rechteren is hiervoor ook al genoemd bij het pistool KEUNINGS.
Illustratief voor die tijd. Adellijke familie. Zij trouwen binnen hun stand en worden belangrijk in overheidsfuncties en het leger.
Kinderdegens zijn schaars. Blijven de meest luxe exemplaren, vaak in zilver, nog wel bewaard, met de eenvoudige (goedkopere) wordt dat een stuk lastiger.
Hieronder. In het NMM Nationaal Militair Museum.
Het gevest is gemaakt van gegoten zilver
Periode 1770-1800.
Begin ik met een simpel exemplaar waarbij de kling gekort is naar dolk formaat en het greepje vernieuwd.
Het maatverschil. De bovenste een degen van het Franse type M.1750-1770 voor Officieren Cavalerie en Dragonders. Lang 97cm. Kling 82cm. De kindermaat, Lang 43,5cm de kling (gekort) 31cm.
Datering rond 1770 met op de kling resten van roccoco graveringen.
Herkomst collectie Liefers.
COLONIAL AMERICAN SILVER HILT CHILD’S SMALL-SWORD
Lang 62cm. Kling 49cm.
De Pagedegen.
Een Page is een Jongen (man) in dienst van een adelijk persoon.
De hier getoonde degen is afkomstig van de elitaire schutterij of gilde Salvad(t)or Mundi uit Nederasselt.
Datering 1750-1770.
Als gildelid uit die tijd kan genoemd worden Baron N.H.W. van Delen (Deelen) 1688-1743. Kapitein in Staatse dienst. Hij trouwt Cronstrom.
Mr. Isaac Steven 1732-1771. Trouwt M.G. van Brakel 1742-1771. Erft Schoonenburg.
De vorm van het vergulde gevest in plooi stijl en de enkele voorbeugel aan de onderzijde extra uitlopend zie ik als typisch voor een Page.
Totale lengte 87,5cm Kling 74,5 x 1,5cm.
De bovenste 10cm van de kling heeft aan bijde zijden gravering waaronder de tekst Recte Faciendo Neminem Timeas.
De spreuk door het gilde/Schutterij van Nederasselt Salvador Mundi gebruikt.
Betekenis, Door goed te doen hoef je niemand te vresen of Doe recht en vrees niemand.
Herkomst vanuit veiling naar verzamelaar in Bemmel.
Aan deze degen zijn ook twee schutterij schildjes te verbinden.
Hier 1722 Recte Faciendo Timeas
En N.H.W.van Delen Heer van Schonenburg en die naam vermelde ik al hiervoor als Gilde lid.
Heeft U extra gegevens, opmerkingen etc. hoor ik dat graag van U.
wjmschaatsenberg@hotmail.com
Al mijn Blogs vinden.
Google, Blog
Schaatsenberg
Of voor de andere serie
Google, Blog
Schaatsenberg Theater.
Gevonden, gebruik de
mogelijkheden op de zwarte balk bovenaan.
Daar zijbalk
aangeklikt vindt U meer.
Of met de curser naar de
zijkant rechts bovenaan de Blz. voor vertalen of archief.
Vragen? Mail
wjmschaatsenberg@hotmail.com Geen enkel probleemik
doe altijd mijn best om antwoord te geven.
Find all my Blogs.Google, Blog SchaatsenbergOr for the other series Google, Blog Schaatsenberg Theater.Found, use the options on the black bar at the top.Click on the sidebar there and you willfind more. Or with the cursor to the side at the top right of the page. for translation or archive.
Vragen? Mail wjmschaatsenberg@hotmail.com Geen enkel probleem ik doe altijd mijn best om antwoord te geven.